A.F.Th. van der Heijden – De ochtendgave. ISBN 978-90-234-5776-3, 299 pagina’s, € 18,90. Amsterdam: De Bezige Bij 2015.
Hoe kwam de vrede van Nijmegen tot stand en hoe ging het er omstreeks 1678 aan toe in openbare besturen?
Waarom heeft Adri van der Heijden (1951) een historische roman geschreven? Het was niet zijn eigen initiatief. De gemeente Nijmegen die in 2009 wilde vieren dat de Vrede van Nijmegen 330 jaar geleden werd gesloten, vroeg Van der Heijden een novelle te schrijven over deze vrede tussen Frankrijk en de Republiek der Nederlanden. Met zes jaar vertraging is het boek nu uitgekomen. De auteur zou het sowieso niet op tijd hebben afgekregen, maar in 2010 was er de tragische dood van zijn zoon, waarover hij het boek Tonio schreef.
De roman bestaat uit vier delen en heeft een niet-chronologische volgorde. Deel 1 speelt zich af in 1705 en beschrijft de onthoofding van burgemeester Roukens. Hoofdpersoon Caspar Sonmans heeft dan de functie van gemeentesecretaris. Het tweede deel speelt in 1672. De stad Nijmegen wordt gebombardeerd en de Fransen staan op het punt haar te veroveren. Op dezelfde dag treedt Caspar in het huwelijk met Sara. In deel 3 is het de dag waarop de vrede van Nijmegen gesloten wordt. Aan het eind van die dag is Caspar een gevangene die beschuldigd wordt van de moord op een spionne. Daarvoor speelt hij een belangrijke rol bij de totstandkoming van de vrede: hij is eerste klerk op de temporele Hollandse ambassade van de Staten-Generaal. Het laatste deel speelt zich af in 1705. Caspar heeft een lang gesprek met zijn zoon Putto waarin veel wordt onthuld.
Het verhaal begint dus eigenlijk in 1672, de dag van de bruiloft, die de auteur gedetailleerd beschrijft. Een mooi en informatief stuk. Op de ochtend na de eerste huwelijksnacht krijgt Sara twee brieven die Caspar niet mag lezen. Voor ze vertrekt bedrijven ze nog één keer de liefde. Daarna verdwijnt ze. Ze heeft het cadeautje dat de bruid krijgt na de huwelijksnacht, ‘de ochtendgave’, niet in ontvangst genomen. Eigenlijk is de vrijpartij die trouwens een zoontje tot gevolg heeft, de echte ochtendgave. Caspar blijft zes jaar lang tevergeefs naar Sara zoeken.
Als secretaris van de ambassade van de Staten krijgt Caspar regelmatig een gecodeerde brief, ondertekend met PFV (post funera virtus, de deugd die over het graf heen reikt) . Hij is de enige die deze brieven kan ontcijferen. Aan het handschrift kan hij zien dat de brieven door Sara zijn geschreven. Hij weet dus dat ze nog leeft en dat ze spionne is. Op de dag van de vrede krijgt Caspar een brief waarin staat dat hij zijn vluchtgeld om middernacht op een bepaald adres kan terugkrijgen. De Fransen hadden een zeer merkwaardige belasting ingesteld. Als er iemand vluchtte moest de familie daarvoor vluchtgeld betalen. Caspar moest betalen voor Sara.
Zeer uitvoerig beschrijft Van der Heijden de hele gang van zaken van de vredessluiting. Een mooie anekdote gaat over de aankoop van een nieuwe ganzenveer op de markt, met deze speciale ganzenveer moet de vrede getekend worden. Aan Caspar wordt door de Fransen gevraagd hen hierbij te helpen.
Als Caspar zich ’s nachts naar de afgesproken plaats begeeft om het vluchtgeld te innen blijkt in die kamer Sara aanwezig te zijn. De kennismaking verloopt moeizaam omdat blijkt dat Sara op de ochtend dat ze verdween willens en wetens koos om het land te dienen: vaderlandsliefde boven de liefde voor Caspar. De Fransen eisten Nederlands personeel en Sara werd dienstmeisje bij Caloyanni, een lid van het Franse corps diplomatique. Al vrij snel werd zij zijn maîtresse. Tussen de lakens ontfutselde Sara allerlei geheimen die ze vervolgens doorgaf aan de Staten Generaal. Sara was al zwanger toen ze maîtresse werd, want haar roosje had al die tijd niet gebloed. Het kind waarvan Caloyanni dacht dat het zijn kind was, werd afgeleverd bij de ouders van Caspar en werd daar opgevoed.
Caspar en Sara gaan samen weg en het verhaal krijgt dan een bijzonder dramatisch verloop. Caspar wordt van moord beschuldigd, terwijl hij onschuldig is. Hij wordt op vreselijke wijze gemarteld en gevangen gezet in afwachting van zijn onthoofding. De onthoofding van Roukens in 1705 is daarom extra dramatisch omdat Caspar beseft wat er met hem had kunnen gebeuren
In het laatste gesprek van Caspar met zijn zoon wordt onthuld wat er gebeurde met Sara in 1678. Putto is ondertussen een kundig chirurgijn geworden en hij gaat zijn vader onderzoeken omdat deze plasproblemen heeft. Van der Heijden gaat hier wel heel uitvoerig en gedetailleerd op in. Daarbij moet wel gezegd worden dat dit, zoals ook in andere fragmenten, op een lichtvoetige wat ironische manier gebeurt.
In deze historische roman toont Van der Heijden zich een kostelijk verteller. Bepaalde gedeeltes zijn heel beeldend en vermakelijk verwoord. Soms gaat hij wel wat ver door iets te vertellen wat werkelijks niets met het verhaal te maken heeft. Heel vermakelijk is het verhaal van het ‘stootkussen’. Een collega van Caspar vertelt dat zijn zoon Putto hem geweldig heeft geholpen. Het probleem was de lengte van zijn geslachtsorgaan. Dat was zo fors geschapen dat het haar veseltjen wee deed. De dokter had een soort stootkussen ontworpen met een gat erin dat hij voor moest binden. Mijn gade ontvangt de vaar nu tot iets voorbij het midden. Weg pijn. Zij heeft er louter nog plezier in. Deze fragmenten laten tevens zien dat de schrijver soms teruggrijpt op oude woorden om de sfeer van die tijd wat meer op te roepen.
Van der Heijden vertelt in zijn verantwoording hoe hij zich heeft verdiept in het onderwerp. Dat is te merken, want de feiten kloppen. Toch blijven we met nogal wat vragen zitten. Vooral als het Sara betreft. Hoe werd zij benaderd om te spioneren? Hoe kwam zij tot haar besluit? Waarom ging ze juist op dat moment trouwen? Hoe kwamen haar brieven bij de Staten-Generaal terecht?
Amusante en leerzame historische roman.