Jonas Jonasson – Gangster Anders en zijn vrienden (en een enkele vijand). Vertaald uit het Zweeds (Mördar-Anders och hans vänner samt en och annan ovän) door Corry van Bree. ISBN 978-90-488-2858-6, 304 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Meridiaan 2015, inmiddels Atlas Contact.
Kluchtige roman over drie zonderlingen die met misdaad en oplichterij aan hun geld komen.
De boeken van de Zweed Jonas Jonasson (1961) zijn dolkomisch en in de verhalen gebeuren de onmogelijkste dingen. Zijn eerste roman De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween (2009) werd een groot succes. Dit is alweer zijn derde boek, ook weer met een zonderlinge en lange titel.
De personages in Jonassons romans zijn meestal geen doorsneemensen. Dat ook in dit verhaal, dat zich afspeelt in een van meest mistroostige pensions in Zweden. Pension Meeroever was vroeger Club Amore, een bordeel waar Per Persson, de receptionist, reeds op zestienjarige leeftijd werkte. Tegen zijn moeder zei hij dat hij assistent in een amusementsbedrijf was. Ontmoetingen tussen mensen en zo… Eén van de vaste gasten in het pension is Gangster Anders, die eigenlijk Johan Andersson heet. Vele jaren bracht hij door in de gevangenis, want hij had diverse moorden op zijn geweten. Op een dag meldt zich een nieuwe bewoner: Johanna Kjellander. Ze is een vrouwelijke pastor, te herkennen aan een wit boordje. Ze is uit de kerk gezet door gewaagde uitspraken in een preek. Het drietal: de receptionist, de pastor en Gangster Anders vormen een soort firma. De bedenkster is de pastor. Ze bieden de diensten aan van Gangster Anders. Via een soort uitzendbureau voor afrekeningen voert deze wraakacties uit voor diverse criminelen. Er wordt een pr-beleid gevoerd en er is een tarieflijst. Het wordt een groot succes, het geld stroomt binnen.
Wat dit verhaal zo absurd maakt is dat deze onderneming in ‘de mishandelingsbranche’ als een normaal bedrijf wordt beschreven. Bestellingen komen binnen, er wordt vergaderd, er wordt geadverteerd, Gangster Anders wordt zelfs geïnterviewd om nog meer bekendheid te krijgen. De klanten zijn tevreden, al maakt Anders wel een fout met links en rechts; hij breekt het linkerbeen in plaats van het rechter. Het vreemde is dat er nooit sprake is van politie.
Alles gaat heel goed totdat Gangster Anders zich wil bekeren. Hoewel pastor Johanna zelf niets meer heeft met het geloof wordt ze door hem verplicht allerlei vragen te beantwoorden. Hij dreigt met werkweigering en een pak slaag als ze hem niet over het geloof vertelt, want hij wil een beter mens worden en de pastor en God moeten hem daarbij helpen. Hij komt tot een complete bekering: Ik ben niet van plan om nog langer te mishandelen. En alcohol te drinken. Vanaf nu leg ik mijn leven in Jezus’ handen. Weg inkomsten. Ze innen nog snel bedragen voor nieuwe opdrachten en vertrekken met een campertje. Gangster Anders geeft grote bedragen aan goede doelen.
Al gauw vinden ze weer een alternatieve bron van inkomsten. Ze gaan een kerk stichten: De Kerk van Anders. Ze kopen een kerk en richten die in. Omdat er een groep gangsters achter hen aanzit vanwege het geld dat ze hadden betaald voor nooit uitgevoerde opdrachten, wordt de kerk beveiligd door een legertje bodyguards die ze uit verschillende sportscholen rekruteren. Anders zal gaan preken en wijn, het bloed van Christus, zal royaal uitgedeeld worden. Weer wordt Anders gebruikt door de receptionist en de pastor. Het gaat hen alleen om de collectes. Scholieren collecteren met plastic emmers en wederom stroomt het geld binnen. Alleen het wijn drinken loopt uit de hand en na een enorme vechtpartij is het afgelopen met de kerk.
Tot zover de samenvatting van de inhoud, want er moet nog genoeg te raden overblijven. Vinden ze een nieuwe bron van inkomsten? Hoe gaat het verder met Gangster Anders? Wat gaan de wraakzuchtige criminelen doen? Wordt het nog wat tussen de pastor en de receptionist? Redenen genoeg om het boek te lezen, omdat dit juist het bijzondere is van Jonasson: de vele volkomen onverwachte wendingen in het verhaal. Als lezer weet je absoluut niet waar het heen gaat.
Waarom moet je deze roman nu lezen? In de eerste plaats om de humor. Tenminste als je van dit soort humor houdt. Niets in deze roman kun je of moet je serieus nemen. Je moet je overgeven en dan proberen mee te komen met de bizarre fantasie van de schrijver. In vergelijking met zijn eerdere romans is deze roman af en toe toch wat serieuzer, zeker in het tweede gedeelte. Aan de andere kant is het verhaal juist weer veel ongeloofwaardiger, zeker wat de hoofdpersonen betreft. De hoofdpersoon uit De 100-jarige man is een sympathieke oude man. Hij maakt wel verrassende keuzes, maar we kunnen ons wel in hem verplaatsen. Dat gelukt in deze roman met geen enkele persoon. Alleen de koster van de kerk lijkt normaal. De drie hoofdpersonen worden heel afstandelijk beschreven. Niet voor niets worden ze door de schrijver niet met hun namen aangeduid maar als receptionist, pastor en gangster.
Dit boek kan beter niet gelezen worden door vrome christenen. Het lijkt wel het hoofddoel van de roman om een satirische beschrijving te geven van de kerk en het christelijk geloof. Soms is er zelfs rechtstreekse, serieuze kritiek. Bijvoorbeeld op de staatskerk in Zweden en op het ontstaan van de vier evangeliën die pas vijftig tot honderd jaar na het leven van Christus zijn geschreven. Het meest stuitend zijn eigenlijk de kerkdiensten met predikant Anders die allerlei uit hun context gerukte Bijbelteksten in zijn ‘preek’ gebruikt. Het laatste avondmaal typeert hij aldus: Jezus had honger gekregen voordat Hij gekruisigd zou worden en Hij had Zijn kameraden uitgenodigd voor een laatste feestmaaltijd. Ze dronken veel meer wijn dan vroeger werd aangenomen. Vlak daarna was de kruisiging, dus de kans bestaat dat Jezus een kater had toen hij aan het kruis hing. Dit gaat wel wat ver, hier draaft Jonasson in zijn overmoed erg door.
Jonasson schreef weer een zeer vermakelijk boek, maar duidelijk wel voor wie zijn humor kan appreciëren.