Robert Vuijsje – Kaaskoppen. ISBN 978-90-388-0129-2, 263 pagina’s, €17,50, Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2016.
Interviews met blanke en allochtone kaaskoppen.
Robert Vuijsje is een jood die eruit ziet als een Marokkaan. Hij is een ‘kaaskop’ die eerst getrouwd was met een Nederlandse Braziliaanse en daarna met een Surinaamse. Uit beide huwelijken kreeg hij een zoon. Die zien er weer uit als een mix van… kortom, het is heel ingewikkeld. Vuijsje stond nooit eerder stil bij zijn bestaan als kaaskop, tot hij, via zowel zijn Braziliaanse als zijn Surinaamse vrouw, werd geconfronteerd met de blik van de buitenstaander. Als hij met zijn jongste zoon Samuel op straat loopt realiseert hij zich dat zijn zoon een band deelt met een bevolkingsgroep waarvan hij als vader niets weet. Hij vraagt zich af of dat Samuels leven zal gaan bepalen of beïnvloeden en of hij als vader zijn zoon dan begrijpt, want hij weet immers weinig van ‘die ander’?
Die vraag en die onwetendheid waren voor de schrijver aanleiding om ‘andere Nederlanders’ te gaan interviewen. Mensen die veelal geboren en getogen waren in Nederland, er in elk geval al heel lang woonden. Zo lang dat ze op zijn minst ‘nieuwe kaaskoppen’ geworden waren. Maar voelden zij zich ook zo? Of klampten zij zich vast aan oude tradities die in het land van hun ouders wellicht al verdwenen waren? Hadden ze het gevoel ‘erbij te horen’ in Nederland?
Robert Vuijsje (1970) baarde eerder opzien met zijn boek Alleen maar nette mensen (2008) waarin hij hilarisch en tevens genadeloos de subculturen fileerde waarin ‘men’ de medemens opdeelde in ‘nette en onnette’ mensen. Die terminologie hing meestentijds samen met huidskleur.
Vuijsje ging in gesprek met 59 nieuwe en 3 oude kaaskoppen. Hij stelde ze vragen over de manier waarop ze zich thuis voelden in Nederland of juist niet. Of ze te maken hadden met uitsluiting, discriminatie, andere standpunten, onbegrip of politiek-correct over-begrip. Hij vroeg: voel je je kaaskop of niet en denk je dat je je ooit kaaskop zult gaan voelen of wil je dat helemaal niet omdat je oude tradities koestert. De interviews zijn eerder in de Volkskrant geplaatst. Maar dit is niet zomaar een bundeling. Vuijsje schreef er zeven hoofdstukken tussendoor onder de titel Ik kaaskop.
Het boek mag opgewekt van toon zijn, de inhoud is vaak schokkend. Het is ontluisterend om te lezen hoe vaak het ‘old skool kaaskoppen’ aan ieder begrip ontbreekt als zij worden geconfronteerd met ‘gezeur’ van hun nieuwe landgenoten. ‘Ze’ moeten zich maar aanpassen. ‘Waar sta ik zelf?’ vraagt Vuijsje zich af, immers opgevoed tussen blanke kaaskoppen en pratend en denkend als zij. Inmiddels kent hij ook het gevoel van de nieuwe kaaskoppen: waarom wordt er altijd zo raar en zo agressief gereageerd als wij iets zeggen dat afwijkt van datgene waaraan de Hollander gewend is?
Nu zijn zoons Samuel en Sonny tot de andere ‘school’ zouden kunnen gaan behoren – tenminste in de ogen van nieuwe landgenoten – vindt hij het belangrijk hen als vader te kunnen begrijpen. Want ook zij lopen de kans dat hen het volgende overkomt (citaat uit het boek): Ik kwam de operatiekamer binnen en een Hollandse man zei tegen mij: maak jij even OK 1 schoon. Ik antwoordde meteen: dat is goed, maar eerst ga ik in OK 2 even opereren.
Schaamrood op de kaken. Komt vaker voor als u dit boek leest.
Een scherp, keihard, geestig, ontroerend en confronterend boek. Om te lezen en te herlezen.