Sjoerd Mossau – Friet met Van Basten. Voetbalverhalen. ISBN 978-94-004-0672-1, 254 pagina’s, € 16,90. Amsterdam: Thomas Rap.
De ‘beste’ voetbalcolumns en -verhalen van de schrijver.
Voetbal is misschien de belangrijkste bijzaak van dit leven en voor velen is het zelfs hoofdzaak. En niet alleen voor voetballers en trainers, maar tegenwoordig ook voor een enorm leger journalisten. Er is een markt voor vooral tv-uitzendingen waarin alleen maar over voetbal wordt gepraat en natuurlijk ook voor voetbalboeken.
Voetbaljournalist Sjoerd Mossou (1978) is hartstochtelijk supporter van het Bredase NAC en schrijver van een wondermooi boek over die club. Hij schrijft columns voor een krant en bundelde er een aantal, die samen met enkele langere verhalen deze bundel vormen. De titel kwam als volgt tot stand: Een handvol jaren geleden zat ik op een voetbaltribune, terwijl Marco van Basten iets verderop een frietje at, met mayonaise. De held van mijn jeugd bleek opeens een doodnormaal mens. Hij was netbondscoach geworden, klaar voor een nieuw leven, alsof hij definitief af wilde rekenen met zijn eigen mythe.
Het boek bestaat uit vier delen.
In Voetbalmannen lezen we onder meer dat Ruud Gullit met verve over kunst kan lullen. Hij legt uit dat Messi misschien de beste voetballer aller tijden is, maar dat Maradonna toch altijd groter blijft. Sommige stukjes zijn ronduit hilarisch, zoals een handleiding voor de nieuwe club van Gertjan Verbeek. Ook aan onder meer Dirk Kuijt, Rafael van der Vaart, Berry van Aerle, Memphis Depay, Don Leo, Dennis Bergkamp, Louis van Gaal (de onuitstaanbare hork), Colin Kazim-Richards, Klaas-Jan Huntelaar wijdt hij mooie stukjes.
In Klein geluk, klein verdriet geeft Mossau zich bloot als voetbalvader van de vijfjarige Lev. Dat doet hij ook als hij zijn liefde voor voetbalshirts beschrijft. Hij toont de ‘warme’ kant van Van Gaal en vertelt de prachtige verhalen van de supporter die mocht invallen bij West Ham United en van de ongelooflijk onfortuinlijke keeper Chris Brodie. Het stuk over de voetballer die al 32 jaar slaapt is ontroerend. Naar Buenos Aires en dan sterven is een wat langer verhaal over de ultieme voetbalreis met vijf goede vrienden. Ze bezochten acht wedstrijden in acht dagen en kregen er geen genoeg van.
Voetbalcultuur en tribuneleven begint met een wrang stuk over de nasleep van Hillsborough. Margaret Thatcher krijgt persoonlijk de schuld van het complot om de schuld op de supporters af te schuiven en dat vind ik te kort door de bocht. Niet onvermeld mogen blijven mooie stukken over de staantribune, het voetbalshirt als politiek statement in Brazilië, clubliefde, de Klassieker, voetbalderby’s en trainingskampen (lachen). Ook het DNA van Feyenoord en het kneuterige van PSV komen aan de beurt. Dit deel wordt afgesloten met een langer verhaal over de ruige Millwall-supporters (No one likes us we don’t care).
Het laatste deel De waan van de dag gaat onder andere over de respectdiscussie, doping, Johan Derksen, Sepp Blatters misbruik van Nelson Mandela, het kunstgrasdebacle, de kritiek op Guus Hiddink bij Oranje, het slechte voetbalniveau van de ‘Leeuwinnen’, de ruzies bij Ajax en de Hollandse School. Er valt weer veel te lachen, bijvoorbeeld over het vrouwenvak van Heracles, een apart mutsenvak, op een roze kussentje, met een beautypakket en na afloop een modeshow.
Mossau schrijft met humor, passie en compassie. Hij is gelukkig geen azijnpisser geworden zoals sommige collega’s. Hij houdt van een goede kleedkamergrap, maar is geen overdreven lolbroek. Hij is bovenal een enthousiaste fan van ‘het spelletje’ en hij weet dat gevoel goed over te brengen.
Voor de echte voetballiefhebber.