Alyson Richman – Mijn verloren vrouw. Vertaald uit het Engels (The Lost Wife) door Nellie Keukelaar-van Rijsbergen. ISBN 978-94-0160-431-4, 366 pagina’s, € 16,95. Amsterdam: Xander 2015.
De Tweede Wereldoorlog scheidt een jong echtpaar. Na 60 jaar blijken de twee geliefden nog te leven. Kan de liefde hun verleden aan?
Als de bejaarde Josef zich opmaakt om naar de bruiloft van zijn enige kleinzoon te gaan weet hij niet welke verrassing hem te wachten staat. De grootmoeder van de bruid blijkt Lenka te zijn, de jonge joodse vrouw die hij destijds in Praag in de Tweede Wereldoorlog trouwde. Hij wilde haar meenemen naar Amerika. Zij weigerde echter zonder haar ouders en zusje Marta te gaan en zegde toe dat zij later zou komen. Maar er kwam geen later. Lenka werd afgevoerd naar kamp Theresiënstadt. Josef kwam na de oorlog haar naam tegen op de lange lijsten van overledenen. Lenka ontving al eerder ten onrechte het bericht dat Josef was overleden toen het schip verging waarmee hij naar Amerika voer.
De weduwe en de weduwnaar leven zonder hun grote liefde verder. Josef trouwt een Amalia, een sombere, nerveuze vrouw, ook geslagen door de oorlog. Lenka trouwt een Amerikaanse soldaat en verhuist met hem naar zijn vaderland. Maar hun huwelijk is ‘tweede keus’. Ze zullen hun eerste liefde nooit vergeten. In die gemoedsgesteldheid, inmiddels beiden weduwe en weduwnaar, ontmoeten de oude geliefden elkaar. Kan hun liefde het leven overbruggen dat zij sindsdien hebben geleid?
Alyson Richman (1972) schrijft hiermee haar vierde roman. Haar eerdere boeken verschenen in vijftien landen en waren overal bestsellers. Om en om kijken we als lezer mee in de levens van Josef en Lenka. Josef gaat in Amerika verder zijn de medicijnenstudie die hij ook al in Praag volgde. Hij wordt verloskundige en als hij als oude man in zijn ‘logboek’ kijkt, komt hij daar de namen tegen van 2838 kinderen die onder zijn handen zijn geboren. Hij put er troost uit, beschouwt ze als een kleine compensatie voor alle dode oorlogskinderen.
De artistieke Lenka komt in Theresienstadt in de Lautscher Werkstätte en schildert daar kaarten. Later stuurt men haar, ook als tekenaar, naar de technische afdeling. Daar komt zij mensen tegen die tekeningen naar buiten smokkelen en sluit zich bij hen aan.
De verhalen uit het kamp, ontleent de auteur aan de verhalen van overlevenden uit Theresienstadt. Zij verplaatst zich bijzonder knap in de vreugden en het verdriet van Josef, Lenka en de mensen om hen heen. Er is natuurlijk over alle kampen veel geschreven, maar dat maakt het nog niet eenvoudig er zo over te schrijven dat je als lezer het vreselijke leven meebeleeft van de gevangenen. Buitengewoon knap.
Het feit dat nog altijd veel boeken uitkomen met verhalen van overlevers uit de concentratiekampen zou ten onrechte de indruk kunnen wekken dat veel kampslachtoffers vrijkwamen. Dat valt echter verschrikkelijk tegen. Bijna zes miljoen joden overleefden de Holocaust niet.
Het is een meeslepende, deels historische roman om in één adem uit te lezen.
Weemoedig boek waarin plaats is voor liefde, voor ontroering en voor afkeer.