Hans Boutellier – Het seculiere experiment. ISBN 978-90-8953-621-1, 216 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Boom, tweede oplage 2016.
Hoe we van God los gingen samenleven.
Hans Boutellier (1953) is wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut en bijzonder hoogleraar Veiligheid & burgerschap aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Dit is geen theologisch werk. Als socioloog beschrijft hij hoe de maatschappij en de individuele mens veranderden nadat de rol van kerk en geloof nagenoeg is uitgespeeld waren.
Boutellier ervaart vanaf de jaren zestig een omslag in de samenleving. Het is alsof een geheime synode besloten heeft om God weg te denken uit ons alledaagse leven. Eigenlijk speelt hij met zijn onderzoek in op een uitspraak van zijn vader: Als er niemand meer in God gelooft, dan wordt het een zooitje, jongen. De schrijver wil onderzoeken of het nu, zo’n veertig jaar later inderdaad een ‘zooitje’ is geworden. Hij wilde vooral schrijven hoe het er nu in 2016 voorstaat met onze geseculariseerde maatschappij. Toch probeert hij in de eerste hoofdstukken enkele verklaringen te vinden voor het ontstaan van de secularisatie. Het proces van secularisering is al veel eerder begonnen. De verlichting (vanaf het midden van de zeventiende eeuw) maakte het mogelijk om naast God of zonder God over mens, natuur en samenleving te denken. De bloei van de wetenschap creëerde een enorme welvaartsgroei en de geleidelijke ‘onttovering’ van de wereld (een term van socioloog Max Weber). Eind negentiende eeuw kondigde Nietzsche al de dood van God aan. Secularisering is een onontkoombaar gevolg van de modernisering. De oorzaak ligt voor een deel ook in het christendom zelf. Ik concludeer dat het seculiere experiment het product is van hervormingen in het christendom, die er steeds op uit waren de zuiverheid van het geloof te bewaren. Het leidde tot een scheiding van het goddelijke en het wereldlijke. Pas in de jaren zestig kwam volgens de auteur de secularisering echt op gang. Er was een massale leegloop in de kerken. Hij heeft dit zelf zo meegemaakt. De kerk waarin hij gedoopt is, de Spaarnekerk is gesloopt en de toren staat op de Febo in Haarlem-Schalkwijk.
In een vijftal veldstudies gaat Boutellier na wat de gevolgen zijn van het verlaten van het geloof. Hij kijkt naar de criminaliteit, de veiligheid, de seksualiteit, de integratie en de rol van de sociale wetenschappen. Hij onderzocht of er door secularisatie minder criminaliteit is. Enkele uitkomsten. Katholieken waren het meest crimineel, onkerkelijken het minst. Zowel de kerkelijkheid als de criminaliteit werden minder. Het is wel zo dat mensen die actief zijn in een kerkelijke gemeenschap het minst crimineel zijn. Het seculiere experiment lijkt niet zozeer gevolgen te hebben gehad voor de criminaliteit, als wel voor de angst ervoor.
Veiligheid is een basale behoefte van de mensen. Gebrek aan veiligheid levert angst op. De schrijver zegt dat we nu in een angstcultuur leven die dan weer leidt tot een veiligheidsobsessie. Heeft dat iets te maken met secularisatie? Is de voorzienigheid van het geloof afgelost door een allesoverheersend veiligheidsregime? Het verdwijnen van het geloof vraagt om iets wat daarvoor in de plaats komt, een substituut. Veiligheid is daar een voorbeeld van.
De gevolgen van de secularisatie voor de seksualiteit zijn heel duidelijk. Er is zelfs sprake van een seksuele revolutie. Boutellier spreekt van de ‘onttovering’ van seks, het is ‘gewoon’ geworden. Vooral de rooms-katholieken hebben zich bevrijd van de kerkelijke regels. De homoseksueel als christelijke gruwel werd tot boegbeeld van Nederland als gidsland. Er zijn ook negatieve effecten zoals de toename van seksueel geweld en de sterke verbreiding van de porno.
Tegelijkertijd met de secularisatie begon in de zestiger jaren een grote instroom van migranten. Er is een ‘superdiverse netwerkmaatschappij’ ontstaan. In Amsterdam is nog 49,7% van oorspronkelijke Nederlandse afkomst. De migranten komen uit 176 landen. Amsterdam en Rotterdam zijn majority-minority cities geworden. Er woont een meerderheid aan minderheden. Integratie is een versleten begrip geworden. Onder autochtonen zet de ontkerkelijking door, onder moslims en andersoortige gelovigen blijkt dit nauwelijks het geval te zijn.
De vijfde veldstudie ging over de rol van de sociale wetenschappen. In het seculiere tijdperk is kennis de grote plaatsvervanger geworden van levensbeschouwelijke inzichten voor de maatschappelijke ontwikkeling. Deze stelling kan de schrijver, zo zegt hij zelf, niet hardmaken. Door de sociale wetenschappen wordt niet alleen kennis geproduceerd, ze dienen ook als wegwijzer voor politiek en beleid.
In het hoofdstuk De balans geeft Boutellier het antwoord op de vraag of het een zooitje geworden is. Het antwoord is nee. De grote vraag is of de mens gelukkiger is geworden. De schrijver geeft daar geen expliciet antwoord op, maar tussen de regels door merk je op dat hij duidelijk nadelen ziet. We missen de geloofsgemeenschap met zijn gemeenschappelijke normen en waarden en de inspiratie van het geloof. De moderne mens is een individualistische twijfelaar. We laten ons nu inspireren door de verhalen van weleer en van vandaag. Van Griekse deugden tot Deense politieseries, van christelijke deugden tot wetenschappelijke teksten, en van Nelson Mandela tot Oprah Winfrey.
Dit boek is een academische studie over het geseculariseerde Nederland, zeer compleet, actueel en voor een wetenschappelijk werk heel leesbaar. Het berust op onderzoeksresultaten. Door het ontbreken van een notenapparaat is leest het als een gewoon boek. Echt gemakkelijk is het ook weer niet omdat er soms veel vakjargon wordt gebruikt. De auteur geeft over de stand van zaken in de huidige maatschappij verhelderende analyses, hij gaat geen onderwerp uit de weg. Zo gaat het onder andere over populisme, criminaliteit van Marokkaanse jongeren, immigratie, vluchtelingen, radicalisering, criminaliteit en terrorisme.
Heldere analyse van onze huidige maatschappij.