Mark Haddon – De pier stort in en andere verhalen. Vertaald uit het Engels (The Pier Falls and Other Stories) door Harry Pallemans. ISBN 978-90-254-4696-3. 335 pagina’s, €24,99. Amsterdam: Atlas Contact 2016.
Korte verhalen met de dood in de hoofdrol.
Op 23 juli 1970 is het schitterend weer. Op het strand van een Britse kustplaats zijn om acht minuten voor vijf duizenden mensen bij elkaar om te zonnen, te zwemmen, te luieren en te eten en drinken. Het is een idyllisch tafereel. Om negen minuten voor vijf vindt een ramp plaats. Eén van de klinknagels van een belangrijke las tussen de gewichtdragende steunbalken van de pier breekt in tweeën. Het valt geen mens op. Even later knapt er nog een las. En dan, na een korte stilte, alsof de zee de adem inhoudt, stort de hele pier waarop tientallen mensen verblijven, in duizenden brokstukken in zee.
Vanaf dat moment is de chaos compleet. Vanaf dat moment ook staat de schrijver als een verslaggever aan de zijlijn en noteert wat hij ziet, soms met mededogen, andere keren nuchter tellend. Vijf minuten. Achtenvijftig doden. De reddingsboot gaat in allerijl te water. (…) Acht minuten. Negenenvijftig doden. Vanuit het westen doemt de helikopter op in de zonnegloed. (…) Veertien minuten. Zestig doden. Op de boulevard vragen mensen zich af of het soms een bomaanslag van de IRA is.
Tussen de reporters-stem door klinkt de stem van de schrijver, die zich afvraagt wat de doden en bijna-doden voelen, wat zij zien, wat de redders ervaren. Hij vult in en onderbreekt zichzelf: Anderhalf uur. Vierenzestig doden.
De lezer houdt de adem in. Zeker als hij na de dodentelling en passant hoort dat er onder het puin ook nog negen doden vandaan zijn gehaald. Eén van hen is een meisje dat van huis was weggelopen. Niemand wist waar zij was. Ze wordt niet geïdentificeerd. Haar ouders wachten hun hele leven op haar thuiskomst. Kippenvel.
Mark Haddon (1962) vergaarde internationale roem met zijn drie eerdere romans, Hij ontving voor Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht 17 literaire prijzen. Hij schrijft echter ook verhalen. De negen verhalen uit deze bundel (gemiddeld 30 pagina’s) verschenen tussen 2009 en 2015. Een aantal viel ook in de prijzen.
De auteur is niet alleen schrijver, maar ook beeldend kunstenaar en illustrator. Dat blijkt uit zijn verhalen. Als hij vertelt, tekent hij. De mensen, de omgeving, de duistere eenzame sfeer en ook het vrolijke strandtafereel uit het openingsverhaal.
Bunny wordt prachtig zichtbaar gemaakt als de 29-jarige eenzame jongen. Hij weegt 190 kilo en is daardoor zijn werk, zijn vrienden, de kerk, iedereen kwijtgeraakt. Naast de wijkzuster die hem komt wassen, komt alleen zijn moeder bij vlagen langs om hem op dieet te zetten. Maar ach, hij houdt zo van (citaat): Marsen en KitKats. Hij hield van Double Deckers en Galaxy Caramels en Yorkies. Hij hield van Reese’s Pieces en Cadbury’s Creme Eggs. …. En zo gaat de opsomming regels-lang door. Maar dan krijgt Bunny kennis aan Leah, die onderdak zoekt. Als dat nu maar goed afloopt.
Twee verhalen zijn dit, van de negen. Ik heb ze allemaal met groot plezier gelezen. In alle verhalen speelt de dood een hoofdrol. En de schrijver laat ons zien dat de dood zijn manier van beschrijven meer dan waard is.
Een verhalenverteller van grote klasse.