Peter Geelen – Vincent. ISBN 978-94-624-2053-3, 344 pagina’s, €19,95. Westerlo (B): Kramat 2016.
Biografische roman over Vincent van Gogh.
Vincent Willem van Gogh is de oudste thuis. Of nee, hij is eigenlijk het tweede kind. Voor hem werd ook al een jongen geboren, maar die was dood. Ook die kreeg de naam Vincent. Het kind – en later de man Vincent – heeft continu het idee dat niets van de dingen die hij doet door moeder worden goedgekeurd. Het eerste jongetje Vincent zou alles beter hebben gedaan. Dat leidt bij Vincent tot permanent getob, tot gevoelens van minderwaardigheid, van nooit-goed-genoeg kunnen zijn. En dat terwijl hij, gevoelig voor sfeer als hij is, snakt naar complimenten en liefde. Van moeder en vader, zijn broer, later van vrouwen. Hij wil goed doen en wordt beschimpt, hij wil prediken en wordt uitgelachen, hij wil van jongs af aan in de smaak vallen en het lukt hem maar niet.
De schoolcarrière van de kleine loopt niet van een leien dakje. Op elke school stoot hij zijn neus. Zijn driftbuien zorgen voor oorlog. Vader plaatst hem zelfs op een kostschool, maar ook daar gaat het mis. Na twaalf ambachten en dertien ongelukken – hij mag ook werken in de kunsthandel van peetoom Cent maar is te onbehouwen tegen klanten – komt Vincent als 27-jarige tot zijn ware stiel. Hij gaat tekenen en schilderen. Alleen dan is hij gelukkig. Zijn ouders en broer Theo financieren zijn schildersbenodigdheden. Voor de lezer die het werk van Vincent van Gogh kent, komt dat dan tot leven.
Peter Geelen (1960) wordt al in zijn jonge jaren door Vincent van Gogh gefascineerd. Hij schreef inmiddels zeven boeken, Dit boek is een huldeblijk, ontstaan uit mijn Van Gogh-virus. Hij bestudeerde het werk en de brieven die de broers Vincent en Theo elkaar schreven en bezocht alle plaatsen waar de schilder heeft geleefd. Het is een biografische roman, die de geschiedenis geen geweld aandoet, maar het leven van de schilder als een levendig en boeiend verhaal presenteert.
Vincent van Gogh is nu wereldberoemd. Tijdens zijn leven werd hij verguisd. In deze roman kruipt de auteur in de huid van de schilder. Hij verhuist met hem mee en ontdekt hoe mooi de bloesems bloeien, ziet een felgeel bruggetje, ziet vrouwen de was doen in de rivier. Hij bezoekt het geboortehuis van Van Gogh en de plaatsen waar de schilder later woonde. Waar deze was om te schilderen en te tekenen, schildert en tekent Geelen in woorden wat hij ziet. Wat hij uit de brieven weet en aan de schilderijen ziet, was Vincents eenzaamheid. Hij laat zich niets gezeggen, in leven noch in werken. Ik heb een tekenknuist en ik ben blij dat ik zo’n instrument aan mijn lijf heb. Aan schilder-mode weigerde hij mee te doen, armoede is het gevolg.
Vincent van Gogh was dol op vrouwen. Hij wilde graag een gezin stichten. Maar geen vrouw was dol op hem. Er zat voor de schilder weinig anders op dan de ‘popppetjes van de liefde’ te bezoeken, waarvan er zelfs één, Sien, als zij zwanger is enige tijd bij hem intrekt. Zij zou Vincents kind dragen. De schilder weet nooit of het waar was. Zij vertrekt met het kind naar verre oorden om haar lijfgeld binnen te halen.
Eigenlijk moet je, als je dit boek leest, een kunstboek ernaast leggen met het werk van Van Gogh. Zodat je steeds even kunt spieken: Geelen ontdekt dit – namens Vincent – hoe is het bijbehorende schilderij geworden? Op die manier zult u nog meer van dit heerlijke boek genieten. En daarna maar snel naar het museum gaan om al die prachtige schilderijen op waar formaat te aanschouwen.
Een bijzondere biografie.