Dimitri Verhulst – Spoo Pee Doo. ISBN 978-90-254-5046-5, 101 pagina’s, € 19,99. Amsterdam / Antwerpen: Atlas Contact 2016.
Terwijl op Schiphol een aanslag wordt gepleegd gaat de hoofdpersoon van kroeg naar kroeg.
Ze zegt, ik zal je waarschijnlijk niet meer terugzien voor het ontbijt? Dat zegt de vriendin van de hoofdpersoon als deze weer eens naar zijn stamkroeg The Marre Man gaat. Zij weet al dat het weer uit de hand gaat lopen. Hij komt inderdaad pas de andere dag met lunchtijd thuis. Het einde van de roman is weer een vraag van zijn vriendin. Het moet wel een buitengewoon fantastische nacht geweest zijn als je zoveel moeite had om naar huis te komen. Wel, zeg het mij: hoe is het geweest? Ça va, zeg je. Ça va. Een echt verhaal heeft het boek niet. Het gaat om beschrijvingen, gesprekjes en allelei ironische bespiegelingen over moderne, maatschappelijke verschijnselen. De titel Spoo Pee Doo verwijst naar een nummer uit de jazzmuziek. Het gaat over vrijheid.
Dimitri Verhulst (1972) is een geslaagde Vlaamse schrijver. Hij schreef al negentien romans. Het meest succes had zijn roman De helaasheid der dingen die ook verfilmd werd. Ook kreeg hij de Libris literatuurprijs. In Leeskost recenseerden we Bloedboek.
Het verhaal speelt zich af in Gent. Het is een echt Vlaams boek vol met Vlaamse woorden en uitdrukkingen, voor sommige lezers geestig, voor andere lastig of irritant. De hoofdpersoon kijkt heel kritisch naar allerlei eigentijdse, modieuze zaken en is daar heel ironisch over.
Een voorbeeld daarvan is zijn tirade over koffie. Om tegenwoordig een kopje zwart goud besteld te krijgen moet je een doctoraat in de hogere koffiekunde hebben behaald. Wil meneer lichtgeroosterde bonen of toch espressobonen. Sumatraanse of Ethiopische bonen? Gaat meneer voor single origin of de single bush. Geef hem maar klootjesvolkse koffie zoals hij bij je grootmoeder thuis door het filterzakje sijpelde.
Heel sarcastisch is de schrijver over het nieuwe ideaal van veel jongens. Ze willen geen nieuwe rock-‘n-rollsterren meer worden maar topkok in een restaurant met een Michelinster. Hij vindt het absurd dat in een tijd van crisis iedere avond de restaurants vol zitten. Je moet lang van te voren reserveren.
Ook de moderne ouders komen aan de beurt. Ze kennen elkaar van het schoolhek. Op vrijdag bevolken ze de terrasjes, maar moeten op tijd naar huis met hun bakfiets waarin ze hun kinderen vervoeren. De avond brengen ze door met hun eegade op de bank, in een te accepteren leegte televiezigheid kijken, guilty pleasure, een liedjeswedstijd voor stomme kippen. Kookprogramma’s het nieuwe opium des volks.
Hoofdpersoon Vanolle ontmoet zijn oude vriendin Mumu. Samen gaan ze naar een nachtwinkel om condooms te kopen. In de winkel staat de televisie aan en zijn verschrikkelijke beelden te zien van een aanslag op Schiphol. Ze reageren er nauwelijks op. Als ze de winkel verlaten zegt de uitbater: Wenst u een zakje voor uw neukgerei. Nog een goedenavond en veel plezier met uw aankoop gewenst. Vanolle denkt terug aan zijn laatste verblijf op Schiphol. Hij kocht er de deodorant die hij vanavond nog onder zijn oksels deed. Drieëntwintig doden, een aantal onder hen ruikt misschien naar staaltjes uit de parfumerie. Vele druppels Chanel N° 5 zullen vanavond door de lijkschouwer worden opgesnoven. Een schokkende passage. De kroeggangers keren terug naar het café in plaats van onthutst naar huis te gaan. Vanolle is buitengewoon onverschillig. Misschien wil de schrijver hiermee aantonen dat we langzamerhand ongevoelig worden voor aanslagen.
Ondanks het feit dat het boek geen verhaal heeft leest het als een trein. We krijgen een goed inzicht hoe zo’n doorwaakte nacht verloopt. De auteur vertelt hierover met veel humor, soms wel een beetje grof. In de 101 bladzijden gebeurt weinig, maar hij brengt heel veel ter sprake dat de lezer tot nadenken aanzet.
Vermakelijke Vlaamse roman.