Bert van der Veer – 65 jaar televisie in Nederland. ISBN 978-94-6068-326-8, 235 pagina’s, € 19,95. Baarn: Marmer 2016.
De belangrijkste gebeurtenissen en hoofdrolspelers van de Nederlandse televisie, vanaf 1951 tot nu.
Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer? was de eerste televisieserie die ik in kleur zag. Het was begin jaren ’70 en ik staarde verrukt naar Bertram Bierenbroodspot (Rob de Nijs), Lidwientje Walg (Loeki Knol) en vele anderen. Ik deed dit bij een vriendje thuis omdat zijn ouders als een van de eersten in de straat kleurentelevisie hadden. Dat er daar sinds de aanschaf wat meer kinderen over de vloer kwamen, dat begrijp je.
Het zijn niet mijn eerste herinneringen aan televisie. De zwart-wit programma’s die als eerste spontaan komen bovendrijven, zijn onder andere Rikkie en Slingertje (1966-1974, Floris (1969) en uiteraard Swiebertje (1955-1975). Het was nog de tijd van eerst in bad en dan met haartjes nat voor de tv.
Het mag duidelijk zijn dat bij het doorbladeren van het boek van journalist, tv-kenner en auteur Bert van der Veer (1951) veel herinneringen komen bovendrijven. Het is alsof je oude bekenden tegenkomt. Daarbij betreft het niet alleen beroemdheden van weleer, zoals Mies Bouwman, Koos Postema en JR (om er maar eens een paar te noemen), maar ook denk je terug aan de tijd dat je voor bepaalde programma’s thuisbleef (in mijn geval Hill Street Blues). Hoe anders is dat tegenwoordig, waarbij iedereen zijn eigen programma’s op een zelf gekozen tijdstip kan bekijken.
Van der Veer beschrijft de geschiedenis van de Nederlandse tv in chronologische volgorde. Hij begint bij de jaren vóór 1951, de periode waarin de eerste experimenten plaatsvonden en waarbij Philips een belangrijke rol speelde. Daarna gaat het al gauw over de beginjaren en komen vervolgens, hoofdstuk na hoofdstuk, de belangrijkste tv-gebeurtenissen (zoals de 24-uurs tv-marathon Open het Dorp) en de opvallendste personen aan bod (Mies Bouwman, André van Duin, noem maar op). Bij sommige personen wordt alvast in de tijd vooruitgelopen, omdat de persoon in kwestie soms decennia later alweer, of nog steeds, op tv was.
Op de pagina’s zelf gaat het in hoofdzaak om personen en gebeurtenissen. In de kantlijn worden de wat meer algemene ontwikkelingen beschreven. Dit maakt dat het boek een duidelijk geordend geheel is. Een knappe prestatie gezien de grote hoeveelheid aan gegevens en dwarsverbanden.
Of de (Nederlandse) televisie nog bestaansrecht heeft en zo ja in welke vorm, daar gaat Van der Veer in het boek nauwelijks op in. Het staat wel centraal in het driedelige tv-programma 65 Jaar tv – Tijd voor pensioen? dat tegelijk met het verschijnen van het boek werd uitgezonden. Het drieluik dat overigens vernietigende kritieken kreeg in de landelijke pers omdat de auteur als presentator nogal stuntelig overkwam.
Blijft staan dat het boek een stukje vakwerk is dat bovendien keer op keer kan worden gepakt om eens heerlijk in te bladeren.
Nostalgie ten top voor ieder kijkbuiskind.