Paul Meeuws – De geluiden. Gedichten. ISBN 978-90-284-2688-7, 59 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2017.
Gedichten die handelen over alle denkbare geluiden om ons heen.
Deze bundel bestaat uit vijf afdelingen. De meeste gedichten spelen zich af in zijn eigen leefwereld. De dichter richt zich in het bijzonder op de geluiden die je in en om je huis kunt horen, ook de geluiden die je in het gezinsleven kunt opvangen. Van de eerste geluiden van een baby tot de geluiden van zijn slapende vrouw, de muziek die zijn zoon draait op zolder en de orgelmuziek van zijn vader. In Werkplek beschrijft hij het uitzicht en de geluiden in zijn werkruimte aan het water.
Paul Meeuws (1947) publiceerde eerder gedichten in Tirade, Dietsche Warande & belfort en de Poëziekrant. Hij schreef twee verhalenbundels en een schoolboek over kunst en cultuur. Dit is zijn debuutbundel.
De Geluiden bevat zes vrij lange gedichten die bestaan uit drieregelige strofen met lange regels. De inhoud is meestal heel helder en begrijpelijk, maar soms ook raadselachtig. Heel treffend zijn de regels over een baby in de wieg, die de eerste geluiden hoort en ook waarneemt van allerlei mensen die over de wieg hangen.
In de beginne je naam, gelukwens die jou bestempelt tot jij,
dan de lipklanken van wie jou onstilbaar aanstaart en voedt. Onder een baldakijn van articulerende monden.
Mooi maar ook raadselachtig is de laatste strofe van gedicht 4.
In jouw kleine gehoorzaal staat nog een raam open, drijft,
zachter maar scherper dan het geritsel van pilstrips, een tjiftjaf zijn piepkleine beitel in de hardstenen stilte.
Nocturnes gaat over geluiden in de nacht die de dichter verneemt als hij slapeloos naast zijn slapende vrouw ligt. Opvallend is dat deze gedichten veel woorden bevatten die heel nuchter en realistisch zijn: snurken, haar vlees, geknaag, aangevreten. Maar het gedicht eindigt romantisch.
De paden willen je nog steeds een wildernis in lokken.
Wat was het mos er warm en zacht! Ze aaide er een hert.
In het hoofdstukje Lied staat het prachtige en indrukwekkende gedicht Na 13 november. Het werd geschreven naar aanleiding van de terreuraanslagen in Parijs op 13 november 2015. Het gaat over een oude sopraan die een lied zingt, tijdens het zingen brengt een barbaar zijn bomgordel tot ontploffing.
Hoe klinkt op dit uur in haar oude japon ,stokoude/ armen ontbloot, haar hand bij het buigen werktuiglijk
naar de gerimpelde hals door geen man meer begluurd, de sopraan?
In de laatste groep gedichten gedenkt de dichter zijn vader. Het zijn liefdevolle, soms ontroerende gedichten. Zijn vader was organist en een gelovig man.
In u stond Gods woord geprent
als een vloermat in een knie.
Paul was graag in de buurt van zijn vader.
En aan uw voeten lag ik
bevreesd keek ik naar het wit stukje scheenbeen tussen uw broekrand en sok
het deed denken aan de hand die in Jan Klaassen verstopt zit
en soms in het vuur van het spel een moment bloot komt.
Aansprekende en sympathieke gedichten.