Cilla & Rolf Börjlind – Wiegelied. Vertaald uit het Zweeds (Sov de lilla videung) door Corry van Bree. ISBN 978-94-005-0783-8, 368 pagina’s, €19,99. Amsterdam: A.W. Bruna 2017.
Twee thrillers komen samen in één grote onderzoekszaak.
Muriël, een dakloze prostituee, vindt middenin Stockholm een huilend meisje. Het blijkt een vluchtelingetje te zijn. Ze is doodsbang om opgepakt te worden. Muriël neemt haar mee naar huis en besluit haar tijdelijk hulp te bieden. In Småland wordt het graf gevonden van een vermoorde jongen. Uit het mes dat het rechercheteam in de buurt vindt, staat een inscriptie die naar een Roemeense criminele organisatie wijst.
En alsof dat nog niets is begint het boek ook opzienbarend. Een vrouw biedt een man een lift op haar motor aan, ze drinken nog wat samen, en als ze daarna, aangeschoten, besluiten te gaan bungeejumpen, snijdt de man koelbloedig het touw door waarmee de vrouw zal springen. Ze valt te pletter op de rotsen. De man gaat er vandoor.
Ogenschijnlijk hebben deze zaken niets met elkaar te maken. Maar aangezien ze uiteindelijk alle drie terechtkomen in handen van de recherche, en wel die van het Börjlind-rechercheduo Olivia Rönning en Tom Stilton, kan de lezer erop vertrouwen dat die twee de raadsels samen gaan ontwarren. Eenvoudig is dat niet. Het alleengelaten meisje is afkomstig uit Nigeria, de dode jongen komt uit Boekarest, de dode vrouw woont tijdelijk op de Filippijnen, de touwsnijder komt uit Nederland. De wereld komt via de misdaad samen op een Stockholms politiebureau.
Cilla (1961) en Rolf (1943) Börjlind zijn al twintig jaar gevierde scenarioschrijvers. Zij schreven onder meer het script voor de 26 Martin Beck-films. In 2012 verscheen hun eerste gezamenlijke misdaadroman Springvloed. Hierin introduceerden zij het politieduo Stilton en Rönning dat ook in deze vierde thriller figureert.
Zonder in details te treden zij gezegd dat Tom en Olivia naar Boekarest worden gestuurd om onderzoek te doen naar het dolkmes waardoor de jongen werd gedood. Ze worden er niet bepaald hartelijk ontvangen. Want elk land kent zijn eigen regels en zijn eigen corrupte mensen. Maar wat heeft Zweden daarmee te maken? Als het duo in levensgevaar verkeert, wordt hen dat duidelijk gemaakt. En we zouden bijna Folami vergeten, het Nigeriaanse meisje. Het bange kind is op zoek naar haar broer, hij is gevlucht naar Zweden. Misschien is hij terechtgekomen in handen van gewetenloze lieden. En passant komen de problemen van vluchtelingen ook uitgebreid aan de orde. En de touwsnijder, hoe gaat het daarmee? Is het een seriemoordenaar die op de vlucht is wellicht? Lees en ontwar de Gordiaanse knoop waarin alle verhalen verstrikt zijn.
Een vernuftig verhaal. Beslist. Maar net zoals ik het bij Henning Mankells verhalen rond Kurt Wallander minder aardig vond als de inspecteur Ystad moest verlaten en naar Afrika trok voor zijn moordzaken, vind ik het ook bij de Börjlinds jammer als Tom en Olivia Zweden verlaten om elders aan het werk te gaan. Het zal wel een soort ‘Zweden is moordzaak’-gevoel zijn. De dood hoort thuis in het noorden.
Het is een persoonlijk punt van kritiek. Of anderen het delen weet ik niet. Verder kan ik over deze uiterst vernuftige thrillers – raak de draad niet kwijt! – slechts woorden van lof noteren.
Want het boek zit razend slim in elkaar, is vlot geschreven – wat wil je met deze scenarioschrijvers – en leest als een flitstrein. Lekkere ruime bladspiegel. Dat is bij zo’n pil altijd prettig. Een aanrader voor de vele liefhebbers van het genre.