Jeroen Thijssen – Hazer. ISBN 978-90-4682-139-8. 319 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2017.
Voor ‘lezersters’ met heimwee naar de jaren ’80.
Als de 17-jarige Rogier Pardoen zijn vwo-diploma heeft opgehaald, vertellen zijn hippie-ouders Hein en Carla hem bij thuiskomst dat hun opvoedkundige taak erop zit en dat zij naar Ierland emigreren, naar het eerlijke leven. Rogiers studiebeurs moet genoeg zijn om van rond te komen. Op zijn zoektocht naar een kamer komt Rogi – zijn nieuwe naam – terecht bij het onlangs gekraakte hoofdbureau van politie in de Smedestraat. Hij betrekt er een kamer en voelt zich thuis tussen de idealistische krakers die strijden tegen ‘rechtse babyboomers die banen inpikken’, tegen ‘imperialistische kapitalistische profiteurs’, en ga zo maar door. Ieder die in de jaren tachtig opgroeide, kent de actiekreten van toen nog wel. ‘Geen woning, geen kroning!’ was er één van.
Hoe belangrijk het verhaal van Rogi, zijn voorzichtige en steeds enthousiastere kennismaking met meisjes, zijn haperende studieresultaten en zijn vrienden in de Hazer ook is, de boventoon van dit boek wordt gevoerd door de histoire contemporaine die voor babyboomers en hun nazaten de wereld uitmaakte. Neem de gelijkheid van man en vrouw. Wie achter dat begrip stond had het niet over de bewoners van de Hazer, maar over ‘bewonersters’, sprak over ‘krakersters’ in plaats van krakers et cetera. Vandaar dat ik dit boek ook aanbeveel aan ‘lezersters’, dat had u al begrepen. Maar vreest niet, het is geen sociologische studie over de jeugd van de jaren tachtig, maar eerst en vooral een heerlijke roman om diep in weg te duiken. Wie het grote geluk heeft uit de fraaie stad Haarlem te komen krijgt als saus over dit gerecht ook nog veel Haarlemse herkenbaarheid mee.
Jeroen Thijssen (1957) is historicus, schrijver en journalist. Hij schreef een aantal verhalenbundels. Zijn grote roman Solitude, een Indische familiegeschiedenis verscheen in 2014. Hij kreeg daarmee veel bekendheid. Het boek is vertaald en komt dit jaar uit in Latijns-Amerika.
Niet alleen de krakersbeweging speelt een grote rol in Rogi’s leven, maar ook zijn overleden opa op wie hij zo veel zou lijken. Altijd is hem verteld dat opa een oorlogsheld was, maar signalen van buitenaf wijzen op het tegenovergestelde. Oma moet er meer van weten, maar zij laat het achterste van haar tong niet zien. De lezer wordt over opa’s daden tot de laatste pagina’s van het boek in het ongewisse gelaten.
Al met al is deze roman over de vrijbuiters die zich gaan settelen, over de burgerlijke moraal en de actievoerders, over goed en fout, over liefde en onderlinge oorlogen een verrukkelijk boek.
Ik heb het met groot enthousiasme gelezen, voelde zelfs hier en daar wat nostalgie naar die onbezorgde tijd. Rogi schreef zijn ouders brieven… moet je nagaan… geen internet! Wat was dat eigenlijk rustig.
Trakteer uzelf op dit boek. Het is het lezen meer dan waard.