Lidewij Martens – Een plek om te schuilen. ISBN 978-94-027-2140-9. 238 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: HarperCollins 2017.
Moeder zoekt verdwenen kind en schuilt in haar eigen verleden.
Emma’s 17-jarige dochter Pip komt op een dag niet meer thuis. Na de eerste bange uren waarin ze zelf op zoek gaat, haar ouders en Pips vader en Pips vrienden langsgaat, meldt ze de verdwijning van haar dochter bij de politie. Maar ook die zoekt vruchteloos. Als zij in een televisie-uitzending een oproep doet, meldt een taxichauffeur zich en vertelt dat hij Pip die dag naar Schiphol heeft gereden. Maar ook dat spoor loopt dood. Pip staat niet op enige passagierslijst. Freek, Emma’s beste vriendin, steunt haar waar ze kan.
Maar Emma zoekt andere steun. Ze duikt, zoals ze al jaren stiekem doet, de wereld van het gokken in, een wereld die ze kent door haar jarenlange verhouding met Luuk, haar enige grote liefde die ze is kwijtgeraakt doordat zij kinderen wilde en hij niet. Kaarten, dobbelstenen, winst en verlies, het zijn de steunpilaren waarop ze al jaren leunt, ook toen Pip nog thuis was. Want al had ze nog zo graag een kind gewild en al was ze er de eerste jaren nog zo blij mee geweest, toen Pip vier was en zelfstandiger werd, trok de gokwereld weer. Want gokken, zo weet ze uit de heerlijke tijd met Luuk, stond voor een onbezorgd en blij leven, voor geluk. Maar dat gaat alleen op voor mensen die financiële verliezen lachend weg kunnen wuiven. En dat kan Emma niet. Ze wordt ontslagen, krijgt schulden, komt bij de voedselbank terecht. Want zelfs de bijstand van haar ouders – bestemd om Pip op te voeden – verdwijnt in de gokwereld die haar in de greep houdt. Daar moet zelfs Pip voor wijken.
Lidewij Martens (1963) studeerde Nederlands, werkte voor het Nederlands Filmfestival en het Internationaal Filmfestival Rotterdam. Als scenarioschrijver werkte veel voor de televisie (Flikken Maastricht). Ze debuteerde in 2012 met Dubbel Rood.
Emma kijkt terug op haar leven. In korte cursiefgedrukte hoofdstukjes volgt de lezer ook Pip die terugkijkt naar gebeurtenissen die haar leven hebben getekend. Zo was ze als kind van zeven van de trap gevallen, lag ernstig gewond op de grond en riep om Emma, maar die kwam niet. Die zat boven, aan de computer, verdiept in een spel dat voor ging op haar dochter.
Waarom Emma door ging met gokken? De auteur formuleert het mooi: Als er iets te verliezen is, valt er iets te winnen. En dat was waar Emma naar streefde. Ze wilde geld winnen om van haar armzalig leven af te raken en ze wilde het geluk terug: Luuk, die haar had leren gokken.
Hoe deze prachtige roman afloopt ga ik u niet vertellen. Lees, leef u in, in de mooi opgevoerde spanning en ga zo al lezende op het onverbiddelijk einde af.
Dit verhaal van een gemis, van liefde en onbereikbaarheid, is prachtig geschreven.