Arnaldur Indriðason – Blauwzuur. Vertaald uit het IJslands (hýska húsiò) door Adriaan Faber ISBN 978-90-214-0287-1, 284 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Uitgeverij Q.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog IJsland militair steunpunt voor Britten en Amerikanen. Hebben die militairen te maken met een gruwelijke moord?
Eyvindur is handelsreiziger op IJsland. Hij is weer op weg naar huis, naar Reykjavik. Toen hij vertrok had hij slaande ruzie met zijn vriendin Vera. Hij piekert zich suf hoe hij het weer in orde kan maken. Als hij thuiskomt is ze verdwenen. Vera heeft al haar kleding en bezittingen meegenomen. Waar is ze? Ze zal het toch niet hebben aangelegd met een of andere geallieerde militair? De oorlog is weliswaar ver weg, maar het barst op IJsland van de knappe en bemiddelde Engelse en Amerikaanse soldaten.
Ondertussen wordt de IJslandse inspecteur Flóven op een moordonderzoek gezet. Een zekere Felix Lunden, ook een handelsreiziger, is omgebracht met een pistool, kennelijk afkomstig uit het Amerikaanse leger. Het is een afschuwelijk gezicht. De helft van het hoofd is versplinterd en weggeknald. Omdat het moordwapen Amerikaans is, wordt de MP erbij gehaald.
Rechercheur Thorson wordt aangewezen als assistent voor zover het om Amerikaanse belangen gaat. Na een wat aarzelend begin blijken beide mannen zowel op persoonlijk vlak als ook beroepsmatig het goed met elkaar te kunnen vinden. En dat is hard nodig ook. Het begint er al mee dat de identificatie van het lijk onjuist blijkt. Niet Felix Lunden maar heel iemand anders is vermoord. Lunden is onvindbaar. Wel vinden ze in een koffer van hem een zelfmoordpil van blauwzuur die de Duitsers meegaven aan hun geheime agenten.
De meeste Duitsers zijn als krijgsgevangenen afgevoerd naar Engeland. De vader van Felix is een oud-nazi die niet werd gedeporteerd omdat hij invalide is. Hij woont op zich zelf in een groot oud huis. Alleen twee geheimzinnige vrouwen die hem verzorgen vormen zijn gezelschap. Nader onderzoek brengt het spoor op allerlei familieverbanden waarvan de meeste niet erg fris blijken te zijn.
Buitengewoon geheimzinnig is het feit dat onder Felix’ verwanten voortdurend sprake is van ‘jongens’ waar van alles mee aan de hand is. Eén van hen blijkt de handelsreiziger Eyvindur, die er een vreemde vriendschap met de verdwenen Lunden op na hield.
Arnaldur Indriðason (1961) publiceerde in 1997 zijn eerste boek maandagskinderen. Na zijn schitterende thriller Onland laat deze begenadigde IJslandse auteur wederom zien dat hij zijn vak verstaat. In deze adembenemende thriller beschrijft hij de taaie lusten en instincten die mensen kunnen verleiden tot schrijnend crimineel gedrag.
Weer een meesterwerk.