Wim Sonneveld & Friso Wiegersma – Niemand dan wij. Brieven en tekeningen. Bezorgd en ingeleid door Frank Jochemsen. ISBN 978-90-388-0425-5. 240 pagina’s, €24,99. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2017.
De briefwisseling tussen twee jonge geliefden.
Dit jaar is het honderd jaar geleden dat Wim Sonneveld (1917-1974) werd geboren. Zijn naam zegt de huidige generatie misschien minder, maar de cabaretier, acteur, zanger en danser trok in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw volle zalen. De door hem gespeelde typetjes Willem Parel en Frater Venantius en de conference De croquetten hebben hem onsterfelijk gemaakt.
Sonneveld was een mooie man, hij sprak uiterst beschaafd en de vrouwen ‘vielen bij bosjes’ voor hem. Mede daarom was Sonneveld niet mededeelzaam over zijn seksuele voorkeuren: hij hing de Griekse beginselen aan. Zijn homoseksualiteit was iets voor binnen zijn ‘eigen kring’, zoals zijn hele privéleven trouwens.
Hij werd ‘cultureel opgevoed’ door Huub Janssen (1910-1984), een uitgetreden kloosterling die hij op zijn zeventiende leerde kennen. Later trok Janssen bij hem in. Maar de liefde tussen de twee mannen bekoelde en Sonneveld kwam in 1947 Friso Wiegersma (1925-2006) tegen. Met hem onderhield hij tot zijn dood, 27 jaar lang, een hartstochtelijke relatie. Maar Janssen vertrok niet uit zijn leven, hij bleef in vriendschap zelfs wonen bij Wim, zodat Wiegersma – die al die jaren zijn eigen huis aanhield – weleens verzuchtte: Op een gegeven moment heb ik me gerealiseerd dat een ander misschien een lastige schoonmoeder heeft. En ik had Huub. Huub reisde ook wel mee met Sonneveld als Friso wegens werk in Amsterdam moest blijven. In de brieven die Wim en Friso (die het prachtige lied La Montagne voor Wim vertaalde en bewerkte tot het inmiddels eveneens klassiek Het dorp) elkaar al die jaren schrijven worden op het eind dan ook altijd – vrij plichtmatig zo lijkt – de groeten naar en van Huub overgebracht.
De brieven. Die prachtige, in de loop der jaren, steeds mooiere , tederder en lievere brieven, door Friso regelmatig voorzien van prachtige tekeningen, daarom draait het in dit boek. Om de brieven tussen twee geliefden die elkaar vertellen wat zij meemaken en steeds weer bekennen hoezeer zij elkaar missen, dat ze zo naar elkaar verlangen omdat ze zich eenzaam voelen zonder elkaar.
Frank Jochemsen (1985) is journalist, radiomaker en muziekproducer. Hij produceerde platen voor het Nederlands Jazz Archief en voor zijn eigen label 678 records. In 2015 stelde hij Wim Sonneveld op de plaat samen, een box met veertien cd’s die geldt als de definitieve uitgave van het oeuvre van Sonneveld.
De briefwisseling tussen Sonneveld en Wiegersma werd integraal gevonden in de nalatenschap van de laatste. Na het overlijden van Sonneveld kreeg Wiegersma een relatie met Hans van der Woude. Deze stelde Jochumsen de brievenschat en de tekeningen ter beschikking voor publicatie. De 25 grappige tekeningen – nooit eerder door derden gezien – zijn een verhaal apart. Wiegersma bedacht de aandoenlijke Friepel een klein loensend figuurtje dat boodschappen overbracht aan Wim, ‘wimpel, wolletje’, krekel’ of ‘mok’. Zelf dichtte Wim zijn Friso de namen ‘fries’, ‘friesje, ‘friepel of ‘menneke’ toe. De brieven beginnen of eindigen daar altijd mee, het maakt de toon extra intiem, tussen de liefdevolle woorden van gemis en verlangen door.
En daar zit hem voor mij nu net de kneep. Wim en Friso waren niet open over hun homoseksualiteit, ze liepen sowieso nooit te koop met hun privéleven. Het ging een ander niet aan, ze stonden met hun werk al genoeg in de schijnwerpers. Ze zullen hun wederzijdse brieven echt niet aan derden hebben laten lezen
Na de dood van Sonneveld schreef Huub Janssen echter prompt twee boeken over zijn voormalige vriend, in één ervan stonden ook persoonlijke brieven. Wiegersma liet zich tot zijn dood in 2006 slechts heel spaarzaam uit over zijn liefdesrelatie met Wim Sonneveld. De boeken van Janssen verleidden hem niet tot een tegenactie. En nu zijn de beide geliefden dood en ligt hun intieme en liefdevolle correspondentie alsnog ‘op straat’. Wat zouden Wim en Friso daarvan gevonden hebben? Die gedachte bezorgde uw recensent tijdens het lezen van dit boek een vreemd soort schuldgevoel. En wierp ook deze vraag op: hoe lang moeten mensen dood zijn, voor hun privéleven het licht van de schijnwerpers kan – en mag – verdragen? De keuze is aan de lezer.
Een schitterend boek, met bijzondere foto’s, prachtige teksten, – brok in de keel bij het laatste gedicht dat Friso Wiegersma maakte kort na de dood van zijn man – ontroerende brieven en tekeningen en desondanks de smaak van het zoete bitter van gember.