Dit is geen boek van een meisje zonder armen en benen

‘Ik regel mijn eigen zaakjes’

Iedereen komt het paarse fietsje tegen.

Als Eva Eikhout nog veilig in de baarmoeder zit horen haar ouders bij de zesmaandse echo dat hun dochter onvolgroeide armen en benen heeft. De baby lijdt aan het zeer zeldzame FFU-syndroom. Haar vader en moeder schrikken, maar de baby is en blijft welkom. Sterker nog, haar vader is ontzettend trots op zijn meisje en zet haar overal triomfantelijk in de maxicosy op tafel: ‘Kijk goed! Dit is onze perfecte dochter.’ En met die boodschap en bijbehorende opvoeding gaat Eva het leven in: ze is perfect, precies goed als ze is.

Met die blijde zelfverzekerdheid leeft ze verder, handicap of niet. In dit boek waarin Eva over haar leven vertelt spat de levenslust van de pagina’s af. Want al bezorgt haar handicap haar ontzettend veel ongemakken, Eva regelt haar eigen zaken, en doe dat haar maar eens na. Ze werkt, date, studeert, doet presentatieklussen, facetimet met haar ouders, verhuist, drinkt (havermelk)koffie, treedt op voor de televisie, wordt verliefd en heeft de nodige pgb-frustraties.

In een tv-interview met Jeroen Pauw ter gelegenheid van het verschijnen van dit boek vertelt ze over het eerste moment dat ze geconfronteerd werd met haar anders-zijn. Ze woonde in het rustige Groesbeek. Ze was twee jaar oud toen ze haar eerste elektrische rolstoel kreeg, een schattig klein rood rolstoeltje dat ze volledig zelf kon bedienen met een joystick. In dat stoeltje kon ze meekomen met andere kinderen die aan het steppen waren, aan het fietsen of skeeleren én ze had iets wat die andere kinderen niet hadden. Dolle pret. Tot ze een prachtig paars fietsje zag. Dát wilde ze hebben! Ze vroeg het haar moeder, maar die wees haar erop dat ze niet kon fietsen en daarom een prachtig rood rolstoeltje had. ‘Maar als ik mijn rolstoel nou teruggeef aan die meneer die hem kwam brengen, dan wil ik dat paarse fietsje.’ ‘Maar daar kan jij niet op rijden en mama kan jou niet altijd duwen’, was het antwoord. Het paarse fietsje stond symbool, ook in haar latere leven. Er waren dingen die ze niet kon. Om door te gaan moest ze het paarse fietsje loslaten. ‘Iedereen komt in zijn leven een paars fietsje tegen,’ zei ze. Tegenvallers, teleurstellingen waarmee je verder moet leven.

Auteur

Eva Eikhout (1996) is presentatrice, dagvoorzitter en spreker. Na de havo in Nijmegen te hebben afgerond volgde zij in Arnhem de studie Communication and Multimedia Design. Daarna begon ze een eigen onderneming in mediaproducties. In 2018 heeft ze de BNNVARA Academy afgerond. Haar programma’s Weet Wat Je Date, Eva en de Eva’s en One Night Stand-Up zijn te bekijken op het YouTube-kanaal van NOP3. Verder werkt Eva als freelancer. Ze is ambassadeur van Uniek Sporten en maakt samen met Marcel Maijer de podcast ONBEPERKT.

Eva werkt als motivational speaker en vertelt tijdens bijeenkomsten op humoristische wijze over de hindernissen die zij doorstaat wegens haar fysieke beperking én hoe zij die oplost. Zelfspot is haar verbale wapen.

Eva regelt haar eigen zaakjes. Evenals talloze mensen met een beperking heeft ze te maken met de ambtenarij om de hulpen te regelen die via haar pgb (persoonsgebonden budget) betaald moeten worden: meermalen per dag heeft zij iemand nodig en het pgb voorziet in de gekste dingen niet. Moet zij ’s avonds sporten en geeft zij overdag een lezing? Dan moet de pgb-hulp haar ’s morgens maar vast in haar sportkleren helpen. Eva’s verontwaardiging is groot. Komt de ambtenaar ook naar kantoor in haar trainingspak als ze ’s avonds gaat sporten? Make up aanbrengen? Dat hoeft niet. Daar is geen pgb voor. Zo stoot Eva keer op keer haar neus tegen de regels. Nu regelt ze alles zelf en neemt met het toegekende budget de juiste mensen aan. Kletst met ze, wordt bevriend, en wordt met respect bejegend. Eva’s lijfspreuk: Life is short, and so am I.

Dit vrolijke en goed geschreven boek is geen boek van een meisje zonder armen en benen. Het is een boek over wilskracht, humor op het juiste moment en power van kop tot kont, mét armen en benen en een grote lach en doorzetten tot het einde. Knap!

Eva Eikhout – Dit is geen boek van een meisje zonder armen en benen. ISBN 9-789-048-8665-88. 254 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: Lebowski Publishers 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Non Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Dit is geen boek van een meisje zonder armen en benen

Roofdier

Een verdwijning in Lapland

Tijdelijk weer politierechercheur.

Hoofdpersoon Alex Berger was vroeger een succesvol hoofdinspecteur bij de Brusselse moordbrigade. In deze thriller is hij een privédetective in Oostende. Hij neemt weinig opdrachten aan, zeker geen echtscheidingszaken. Meestal werkt hij in de boekhandel van zijn vriend Eric. Als een wanhopige moeder hem smeekt haar verdwenen zoon op te sporen kan hij niet weigeren. Tom Claerbout is verdwenen in het Finse deel van Lapland. Alex vertrekt naar Finland en begint in samenwerking met de Finse hoofdinspecteur Leena Eriksson.  zijn speurtocht naar Tom.

Auteur

Toni Coppers (1961) is een Vlaamse auteur van voornamelijk thrillers. Hij schrijft samen met zijn vrouw en coauteur Annick Lambert. In 1995 debuteerde hij met De beha van Madonna. Als thrillerauteur kreeg hij succes met de reeks Liese Meerhout, die tevens verfilmd werd tot de tv-serie Coppers. In 2017 begon hij met de serie Alex Berger, waarvan Roofdier het vierde deel is..

De vermiste Tom is het ‘product’ van een one night stand van zijn moeder met de bekende kunstschilder Zeger Jonckheere. Deze vertrok naar Finland en liet nooit meer iets van zich horen. Tom schreef hem brieven, maar kreeg nooit antwoord. Hij wilde hem toch ontmoeten. Als student aan de filmacademie wilde Tom een documentaire maken over zijn vader. De zoektocht van Alex Berger lijkt een onmogelijke opdracht. Tom is verdwenen in een uitgestrekt natuurgebied, het National Oulanka Park. Alex komt in aanraking met twee moorden, waaronder die op Jonckheere. Tom blijft onvindbaar, maar Alex geeft niet op. Behalve de zoektocht naar Tom werkt Alex samen met de politie bij twee moordzaken..

Roofdier is een bijzonder spannend boek, vol actie: moorden en een verdwijning. Het feit dat het verhaal zich afspeelt in het Finse Lapland maakt het boek extra aantrekkelijk want de schrijver weet de prachtige natuur met dichte bossen knap weer te geven. Ook enkele ontmoetingen met beren zorgen voor spanning. Coppers slaagt er daarnaast in om de personen goed te beschrijven. Dat geldt in het bijzonder voor de Finse collega’s met wie Alex samenwerkt. Wat is typisch Fins? De Finnen blijken nogal afstandelijk en stug te zijn.

Een zeer geslaagde thriller.

Toni Coppers – Roofdier. ISBN 978-94-649-4608-6, 361 pagina’s, € 24,99. Gent: Borgerhoff & Lamberigts 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Roofdier

De spoken van Brugge

Het dolle detectivewerk van Magritte en Georgette

De beroemde schilder als speurder.

Weet niet hoe het u vergaat, maar bij het horen van de naam van de beroemde Belgische schilder Magritte verschijnt voor mijn geestesoog onmiddellijk zijn schilderij van een pijp, met daaronder de cryptische tekst Ceci n’est pas une pipe. Dom, dacht ik als kind: dit is wél een pijp. Om later tot de conclusie te komen dat het toch géén pijp was, maar alleen een schilderij van een pijp. René Magritte zag de waarheid achter de dingen! Het mag dan ook nauwelijks verbazing wekken dat hij ook heel geschikt was om als detective aan het werk te gaan, om op die manier de waarheid achter de dingen te ontdekken. Dat is ook in dit boek het geval, inmiddels alweer de derde misdaadroman waarin de schilder als speurder optreedt. Als de schilder en zijn beminde vrouw Georgette uit hun eerste slaap worden gewekt staat Carmen voor de deur, hun niet héél kiene schoonmaakster. Carmen is van streek. Ze heeft net ontdekt dat haar andere meneer, Charles Bogaert, dood in huis ligt. Carmen heeft niets aangeraakt, alleen een brief met de tekst top secret in haar tas meegenomen. Uit het huis is verder ook nog een schilderij verdwenen Le Principe du plaisir, geschilderd door Magritte, die het ooit had gemaakt voor zijn mecenas en verzamelaar Edward James. Hoe komt dat schilderij bij de inmiddels dode Bogaert terecht?

Als de politie is ingelicht en op de melding van de vermoorde man afgaat is het lijk weg. De ‘flic’ voelt zich zwaar in het ootje genomen. Suggereert zelfs dat Carmen iets te diep in het glas gekeken heeft.

Maar Magritte belt de volgende dag Edward James om erachter te komen of die het schilderij heeft verkocht. Dat blijkt niet het geval en James vraagt hem ernaar op zoek te gaan. Dat verzoek en de top-secretbrief voeren het echtpaar Magritte en hun beminde hondje Loulou naar de mooie stad Brugge. In die beroemde stad van grachten, bier, begijnen, paardenkoetsjes en kantkloswerk halen de Magrittes hun hart op en ze hangen niet alleen de toerist uit, maar komen ook in aanraking met spoken en zeer foute lieden. Magritte en Georgette zijn in hun element, ze kunnen weer detectives zijn.

Auteur

Nadine Monfils (1953) is een Belgische schrijfster, regisseuse, producent en soms ook comédienne. Ze geeft ook schrijflessen, onder andere in Franse gevangenissen. Ze had een kunstgalerie in Brussel en woont momenteel in Montmartre.

Monfils weet veel, héél veel over Magritte, de surrealistische schilder. Ze kwam op het idee om de man te doen herleven als detective. In die verhalen zou zij dan de kans hebben van alles te vertellen over zijn leven zonder dat het een belerend toontje zou krijgen. Zijn schilderijen zouden aan bod komen, degenen die hem opdracht daarvoor hadden gegeven, vrienden en vriendinnen, zijn eet- en drinkgewoonten, je zou het zo gek niet kunnen bedenken! En het lukte haar. Ze leerde Georgette Magritte kennen, na René’s overlijden, en die vertelde haar veel over hun gezamenlijk leven. Nadine Monfils schreef daarna Nu breekt mijn pijp!, In Knokke! en daarna dit derde deel.

Lezend in wat inmiddels het derde deel van de Magrittes op speurtocht is kom je van allerlei te weten. Zo is het verdwenen schilderij Le principe du plaisir vele jaren later – in 2018 – verkocht voor 23 miljoen euro, heeft Edward James echt bestaan en in het Mexicaanse dorpje Xiltla een surrealistische tuin aangelegd, smaakt een Belgische rolmops (plus recept) lekker bij een biertje en was Paul MacCartney een dusdanig groot fan van Magritte dat hij thuis een aantal ongebruikte met verf bekladde doeken van hem heeft, zijn schildersezel en zijn bril. Hij heeft 25 schilderijen van Magritte, waaronder dat met de appel, dat hem inspireerde tot  het beroemde logo van de Beatles Apple Corps.

Dit derde deel uit de serie is een heerlijk ontwapenend verhaal. Ik beleefde het meeste plezier aan de tientallen weetjes over de schilder van het surrealisme en heb al lezend ook regelmatig gegoogled om schilderijen van Magritte of tijdgenoten op te zoeken of om bijvoorbeeld de Mexicaanse tuin van Edward James te zien.

Dubbel veel plezier, en dat voor een ‘dolle detective’. Chapeau Monfils, maar natuurlijk wel een bolhoed, het favoriete hoofddeksel van Magritte!

Nadine Monfils – De spoken van Brugge met het dolle detectivewerk van Magritte en Georgette, Vertaald uit het Frans door Petra Van Caneghem (Les folles enquêtes de Magritte en Georgette. Les Fantômes de Bruges). ISBN 978-94-641-0277-2, 247 pagina’s, € 22,99. Antwerpen: Uitgeverij Horizon 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Detective / Thriller, Humor | Reacties uitgeschakeld voor De spoken van Brugge

De tranen van de stad

‘Amsterdam is nu van anderen’

Op zoek naar de schaduw van ooit.

David Blok is zevenenzeventig jaar oud als het verleden hem parten gaat spelen. Al die jaren heeft hij gewoond, gewerkt, liefgehad en gemopperd in zijn eigen stad Amsterdam. Hij is verwekt op Dolle Dinsdag, 5 september 1944 en een maand na de bevrijding geboren. Wel en geen oorlogskind voelt hij zich. Vlak voor haar dood heeft zijn Joodse moeder hem na vijfenzestig jaar de werkelijke geschiedenis van zijn vader verteld. Sinds die tijd duikt David het verleden in, op zoek naar de verhalen achter die waarheid. Hoe stierf zijn vader? Is hij zelf nu wel of niet joods als hij het geloof niet praktiseert? Hij kijkt terug naar zijn studententijd, haalt herinneringen op aan zijn vriend Arend met wie hij een trektocht door de bergen van Noorwegen ondernam. En waar hij ook loopt in de stad wordt hij geconfronteerd met de oorlog. Zijn kleindochter Pat krijgt alle verhalen te horen, de geschiedenis van de weggevoerde Joden wil hij haar niet onthouden.

Zijn vriendin Marthe moet ook mee aan de wandel. Zij is expert in de geschiedenis van de stad, maar David doceert onvermoeibaar door. Hij klaagt dat hij zijn eigen stad niet meer kent. Er zijn te veel expats, te veel toeristen, de stad lijkt wel een pretpark voor passanten. En geen van die mensen – en dáárin ligt Davids klacht – kent de geschiedenis van de stad. Amsterdam is geen pretpark, Amsterdam is een schuldige stad van waaruit 75.000 Joodse inwoners zijn afgevoerd en vermoord. David beleeft zijn stad anders. Hij is als weter zwaar in de minderheid en daarmee is Amsterdam de stad van anderen geworden. Anderen, die geen weet hebben van de tranen van zijn stad.

Als plotseling – na jaren van stilte – de post hem een brief van Arend bezorgt die David graag wil ontmoeten komen nog meer herinneringen boven. David vraagt zich af of hij op Arends verzoek in moet gaan. Na zijn scheiding was hij veel vrienden kwijtgeraakt, zelfs Arend had partij gekozen voor zijn ex. Vijfentwintig jaar vriendschap bij het grofvuil. En zou hij die vriendschap nu moeten gaan restaureren? David tobt en piekert en neemt tenslotte contact op. De ontmoeting leidt tot een onverwachte beslissing: de oude vrienden gaan nog één keer samen de bergen in.

Auteur

Dr. Leo Pauw (1953) woont sinds 2022 in Frankrijk. Hij werkte jaren als pedagoog in het onderwijs en publiceerde verschillende boeken over de maatschappelijke opvoeding van de jeugd. Daarnaast schreef hij columns en twee boeken met korte verhalen over het leven op het platteland in Frankrijk: in 2015 verscheen Verstilde tijd en in 2016 Smeltende sneeuw. In 2021 verscheen zijn roman Riverside Drive.

De thema’s van dit boek: vriendschap en het gewicht van het verleden, en dat laatste speciaal geënt op Amsterdam als schuldige stad, zijn boeiend. Maar hoofdpersoon David is een onverbeterlijke mopperaar, die er bovendien behagen in schept over alles in ‘zijn’ stad tekst en uitleg te geven. In het boek is hij een voormalig journalist, het jasje van de betweterige eeuwige schoolmeester past hem beter. Dat maakt hem voor de lezer minder sympathiek als de auteur wellicht gewenst had.

Een goed geschreven maar nogal knorrig boek.

Leo PauwDe tranen van de stad. ISBN 9-789-083-420-103. 238 pagina’s, € 24,99. Groningen: Nobelman Uitgeverij 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie | Reacties uitgeschakeld voor De tranen van de stad

Het raadsel Rutte

Een portret van binnenuit

Joviaal of berekenend?

Nog even is hij onze premier. Nog even en dan komt er een eind aan het tijdperk-Rutte. Veel jongeren kunnen zich geen andere premier herinneren, hij was dan ook de langstzittende in het ambt.

Een week na het epifane moment waarin volgens Mark Rutte het besluit in hem opkwam om de Haagse politiek te verlaten kwam Ron Frese op het idee om een boek over de VVD-politicus te schrijven en benaderde hij Wilma Borman of ze het samen zouden doen. En zo geschiedde.

Dit boek blikt terug op het premierschap van Mark Rutte. Hoe functioneerde hij als regeringsleider, waarom kon hij zo lang aan de macht blijven?…De politicus Rutte is altijd een raadsel gebleven.

Om aan de benodigde informatie te komen benaderden de auteurs een groot aantal sleutelinformanten, waaronder vicepremiers uit al zijn kabinetten, de twee belangrijkste VVD-fractievoorzitters in die periode en een van zijn beste persoonlijke vrienden.

Mark Rutte werkt zelf niet mee aan het boek, we hebben het hem ook niet gevraagd. Hij weet overigens wel dat we eraan werken en zegt als grap – maar toch – dat hij hoopt op ‘mildheid’ van degenen die ons over hem te woord staan.

Auteurs

Ron Fresen(1958) is een voormalig politiek verslaggever. Jarenlang duidde hij de Nederlandse politiek voor het NOS Journaal.

Wilma Borgman werkt sinds 1996 als verslagever Den Haag voor de NOS. Ze volgt de VVD al meer dan 20 jaar.

Het boek begint met de kabinetscrisis van 2023 over de asielcrisis en de daaropvolgende aankondiging van Rutte’s vertrek uit de landspolitiek. Beide auteurs vertellen hoe dit nieuws bij hen persoonlijk overkwam en hoe ze ermee aan de slag gingen.

Rutte wordt in verschillende hoofdstukken onder meer neergezet als een gewoontedier, een goed onderhandelaar, een knap debater, een bekwame crisismanager en een rascampaigner, Uiteraard komen alle vier zijn kabinetten uitgebreid aan de orde. En natuurlijk zijn taalgebruik dat hij net als zijn ambtsvoorgangers Dries van Agt en Ruud Lubbers gebruikt om zijn tegenstanders en het journaille op het verkeerde been te zetten. ’s Mans woedeuitbarstingen zijn legendarisch – Rita Verdonk kan er over meepraten, maar hij blijft nooit lang kwaad en is niet   te beroerd om zijn excuses aan te bieden.

Het 1 april-debat over de aan Pieter Omtzigt toebedachte ‘functie elders’, waaraan Rutte zegt geen ‘actieve herinnering’ te hebben, kan gezien worden als een belangrijk keerpunt in de carrière van Rutte en het begin van het einde.

Net als veel landgenoten worstelen ook deze auteurs met Rutte’s jovialiteit en empathie, ook voor zijn politieke tegenstanders. Is deze echt of gespeeld? Misschien is het typisch Nederlands om hierover te tobben. Instrumentele vriendschap blijkt in bijvoorbeeld mediterrane landen heel gewoon. Voor wat hoort wat, ook bij vrienden.

Het eindoordeel van de geïnterviewden blijkt overwegend positief, al vindt bijvoorbeeld Lodewijk Asscher dat Mark Rutte zijn vele gaven nog beter had kunnen inzetten voor de problemen van ons land en iets minder alleen op de winkel moeten passen.

Op het cover zien we Rutte op de rug. Symbolisch voor zijn vertrek. Goed gekozen.

De auteurs hebben veel interessante informatie boven water weten te krijgen en er een lekker leesbaar boek van gemaakt. Een must voor iedereen die geïnteresseerd is in onze recente vaderlandse politiek.

Ron Fresen en Wilma Borgman – Het raadsel Rutte. Een portret van binnenuit. ISBN 978-94-638-2330-1, 255 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: Uitgeverij Balans 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Politiek | Reacties uitgeschakeld voor Het raadsel Rutte

Ossenkop

Slagerszoon is bezeten van vlees

‘Elsschottiaans’: De tragiek van de onmacht.

Rensing junior heeft het ambacht van slager in zijn genen meegekregen. Vader Rensing heeft zelf het vak ooit van zijn vader geleerd, ging met hem mee naar de veemarkt, leerde er het goede van het mindere vee onderscheiden – de kneepjes van het vak, die alleen vaklieden goed beheersen – en nam net als zíjn vader later ook zijn eigen zoon Rensing mee dat pad op. De jongen werd als slager grootgebracht, de slagersvakschool vervolmaakte hem. Als kind was de jonge Rensing altijd een eenling geweest. Hij werd nooit voor feestjes gevraagd, had geen vriendjes. Toen zijn moeder, alle protesten van haar zoon ten spijt, ter gelegenheid van zijn achtste verjaardag toch eens een partijtje organiseerde, kregen de vier jonge gasten geen snoepzakje mee naar huis maar de lens van een koeienoog, een geweldig cadeau vond junior. Vies vonden de ouders van zijn klasgenoten, die de lenzen vol afgrijzen in de vuilnisbak gooiden. Zo ging het ook op de vakschool. Rensing junior deed het nooit goed in het dagelijks verkeer. Hij was een slager, de beste die er was, en daarmee was hij tevreden. Uiteindelijk krijgt hij, gestuurd door vader, een onwennige verkering met een slagersdochter. De toekomst ligt gebeiteld.

Als Rensing senior overlijdt neemt zijn zoon de zaak over. Hij heeft grote plannen en wil moderniseren. Nóg meer klanten trekken vanuit de wijde omtrek. Zijn vrouw Jacomine tracht haar jonge echtgenoot te temperen. Er komt een supermarkt in het dorp en daar zou hij wel eens veel concurrentie van kunnen ondervinden. Rensing wuift stuurs haar woorden weg. Onzin. Hij is toch de beste? Hij gaat naar de bank, leent geld voor de modernisering van de zaak. En blijft op de veemarkt dure slachtkoeien kopen van de hoogste kwaliteit. Dat breekt hem op. Hij slaat waarschuwingen van Jacomine in de wind. En hij teert langzaam in op zijn vermogen. Maar hij wil geen klanten trekken door aan supermarktkoopjes te doen. Mensen die dáár hun vlees gaan halen zijn Rensings kwaliteit niet waard. Die mogen wegblijven, wat hem betreft. En dan doen ze dan ook. Rensing voert een verbeten strijd tegen de nieuwe wereld en als ook Jacomine hem verlaat wordt waanzin zijn deel van leven.

Auteur

Manik Sarkar (Groningen 1973) is literair vertaler en schrijver. Als vertaler werkte hij onder meer aan boeken van Philippe Claudel en Joël Dicker. Sarkar publiceerde verhalen in onder andere Papieren Helden en Wobby. Hij is ook docent op de Vertalersvakschool. Ossenkop is zijn eerste roman.

Rensing is de verpersoonlijking van een man die zijn eigen kwaliteiten kent, maar niet weet hoe hij zichzelf moet verkopen zonder hoogmoedig over te komen. Het gevolg is dat hij zich zwijgend terugtrekt, zich onbegrepen en ondergewaardeerd voelt. Deze houding vergroot zijn eenzaamheid en daaraan gaat hij tenslotte ten onder. Want de tederheid die hij slechts voelt ten aanzien van zijn slachtvee maakt hem tot een eenling die vertrapt wordt door wrede voeten.

‘Ossenkop’ is werkelijk bijzonder, een regelrecht droomdebuut. Manik Sarkar heeft in zijn manier van schrijven ‘Elsschottiaanse’ trekjes, buitengewoon mooi van taal, puur, voorzien van enige ironie en zonder aan mooischrijverij te doen.

Wat een schitterend boek!

Manik SarkarOssenkop. ISBN 9-789-048-8626-96. 172 pagina’s, €22,99. Amsterdam: Hollands Diep Uitgevers 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Ossenkop

Hyperfilosofie

Op zoek naar wijsheid in onwijze tijden

Persoonlijke filosofie

Hyperfilosofie is een verzameling teksten die ontstond naar aanleiding van de volgens Govert Derix zorgwekkende toestand van de wereld. Hij vindt dat het tijd is dat we onze kaarten op tafel leggen. We zijn verdwaald in de doolhoven van duizend ismen en ideologieën. We moeten antwoorden vinden op de lastigste vragen van onze tijd. Zijn gedachten zijn terug te vinden in een grote hoeveelheid losse teksten die geen systematische opbouw hebben. Er is geen inleiding, geen conclusie. De vele nieuw termen worden niet gedefinieerd. De teksten zijn niet geschreven in een heldere redeneerstijl. Dit maakt Hyperfilosie een lastig en niet erg toegankelijk boek. Misschien moet het gelezen worden met dezelfde instelling die je moet hebben bij het lezen van raadselachtige gedichten. Je hoeft niet alles te begrijpen, maar geniet van de schoonheid van de taal en gaat op zoek naar de essentie van de tekst. Zelf noemt Derix zijn boek een wijsgerig prozagedicht. Een andere benaming die hij geeft aan zijn boek een hyperfilosofisch verbeeldingsexperiment.

Auteur

Govert Derix (1962) is ondernemer, filosoof en schrijver. Hij adviseert bedrijven en instellingen op velerlei terreinen en publiceerde boeken over uiteenlopende onderwerpen, waaronder Ayahuasca, een kritiek van de psychedelische rede. Zijn meest recente romans zijn De boom en Het onmogelijke manuscript.

In vele verschillende bewoordingen beschrijft Derix de zorgelijke toestand van onze wereld. We zijn op weg naar de ondergang. Hij beschrijft die slechte toestand als volgt: onze beschaving loopt ten einde, er is een vermoeidheid ontstaan in de samenleving, die doet denken aan de uitgeputheid in de slothoofdstukken van wereldrijken, we bevinden ons in een moerassig labyrint. Wat doen we eraan? De meeste mensen doen niets en laten alles op zijn beloop. Derix gebruikt voor deze passiviteit een mooi beeld. Deze toekijkers zitten op een tribune. Daar zitten ook God en de duivel. Ze kijken toe wat de mensen ervan bakken. Net als in het Bijbelboek Job hebben ze een weddenschap afgesloten. Deze keer over hoe het afloopt met de mensheid.

Uitgebreid bespreekt Derix de oorzaken van deze ellende. Regelmatig wijst hij naar de verderhelpboeken. Deze hebben ons tot aan de drempel van niet-meer-verder-kunnen gebracht. Hij pleit voor het niet-denken, want de enorme stortvloed (een zondvloed?!) van denkproducten (systemen, levensfilosofieën) heeft ons nauwelijks verder gebracht en mogelijk hebben ze  bijgedragen aan de versnelling van de geopolitieke, klimatologische, biodiverse en sociaalpsychologische ontsporingen. 

Gelukkig biedt de sombere en pessimistische tekst toch nog perspectief op verbetering, het is nog niet te laat. Eén van de sleutelwoorden voor een stap in de goede richting is openheid. Het gaat niet om rede of verstand, maar om datgene wat in ons eigen innerlijk aanwezig is. Derix noemt dat de borrelbron. Openstaan voor wat opwelt uit de innerlijke stem. Voor het vinden van oplossingen hebben we vrijheid nodig. Alleen de vrije geest kan ons nog redden. Derix verwoordt dat als volgt: de teugels laten vieren, door ons niet op te sluiten in bibliotheken en lectuur, maar door een ader te zoeken waardoor het woord, het enige woord, het waardevolle beginwoord weer kan stromen. Concrete acties van wereldverbeteraars wijst hij af. Hij bedoelt protesten als vastkleefacties, Extinction-Rebellion-ludiekheden en Greenpeacecapriolen.

Temidden van de vaak abstracte filosofische beschouwingen staat een hoofdstuk waarin de auteur vertelt over een bezoek in Turijn aan La Sindone, de lijkwade. Voor veel christenen het bewijs van de menswording van God. Het zien van de lijkwade emotioneerde Derix enorm. Hij beseft dat Jezus een keerpunt in de geschiedenis van de mensheid betekende. Hij stond symbool voor onvoorwaardelijke liefde. Ondanks zijn dood is er toch het vaste vermoeden dat hij heeft geleefd . Het inspireert en geeft hoop: we zullen tot het vernieuwende einde volharden in de overtuiging dat het leven de moeite waard is om te worden geleefd.

De meeste voorkomende termen in het boek zijn complexistentialisme en hyperfilosofie. De schrijver koos ervoor de termen niet te definiëren. De lezer moet de betekenis zelf vinden met behulp van de context. Met hyperfilosofie wil hij waarschijnlijk zeggen dat zijn filosofie krachtiger is, verder gaat dan de gewone filosofie. Het woord hyper koppelt hij als voorvoegsel aan tientallen termen, tot vervelens toe. Derix noemt zichzelf hyper. De hypere mens is als iemand die ter rechterzijde op de troon van God zit en de schepping overziet. Toe maar…De hypermens is als de homo sapiens die het denken durft los te laten en boven het moeras van de wereld durft te zweven. De term complexistentialisme blijft een duistere term. In één verklaring gebruikt hij een aardige beeldspraak: complexistentialisme is als de baron van Münchhausen die zichzelf uit het moeras trekt, maar zonder uitzicht op de oever van zijn eventuele landing.

Hyperfilosofie is een bijzonder boek met een soms lastige inhoud. De taal is meestal fraai. De inhoud is wel heel persoonlijk en origineel. Derix valt tamelijk vaak in herhalingen. Hij herhaalt zijn boodschap in steeds andere bewoordingen en dat helpt om zijn kernboodschap te begrijpen. Zijn subtitel geeft de inhoud goed weer: Op zoek naar wijsheid in onwijze tijden.

Een knappe analyse van onze tijd.

Govert DerixHyperfilosie. Op zoek naar wijsheid in onwijze tijden. ISBN 978-94-922-4170-2, 212 pagina’s, € 20,95. Utrecht: Uitgeverij Magonia 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Filosofie | Reacties uitgeschakeld voor Hyperfilosofie

Vrouw met litteken

Wroeten in een gedood verleden

Opgeleefde liefde.

Jonkheer Daniël Rengers van Unia, voorheen diplomaat nu kunstschilder, is aan het werk in zijn atelier als er wordt aangebeld. Als hij opendoet staat de 61-jarige Suzanne Plantijn voor de deur. Vijftien jaar geleden hadden zij een relatie, nu stapt zij binnen en hun liefde vlamt weer op. Suzanne komt niet alleen voor de liefde, zij komt Daniëls hulp vragen. Na de zelfmoord van een onbeduidende ambtenaar van Binnenlandse Zaken – Suzanne werkt bij het bureau Inlichtingen op het ministerie – wordt een vrouw levenloos onder aan de trap aangetroffen in haar chique huis op Scheveningen. De vrouw, Antonia van Staveren, drijft in haar huis een centrum waar zij cursussen bloemsierkunst geeft, maar waar zij bovenal een bordeel drijft en daarmee spionagecentrum voor het ministerie van BuZa is. Zij heeft het huis van de overheid en het dient duidelijk als safehouse. Suzanne heeft de sleutel en vraagt Daniël met haar mee te gaan om het pand te doorzoeken op ‘gevoelige informatie’. Het wordt een zoektocht door een huis waar zij zich voelen als voyeurs, omdat Antonia’s verleden herleeft.

Daniël vraagt zich na de rondgang af of Antonia wel écht van de trap gevallen is of dat iemand haar een duw gegeven heeft of op andere wijze heeft vermoord. Tenslotte wist Antonia veel, was dat té veel wellicht? Er volgt een speurtocht in het tragische verleden van de dode vrouw.

Auteur

Harman Nielsen (1958) is het pseudoniem van Kees Glimmerveen. Nielsen werkt als fotograaf en auteur en studeerde aan en werkte later bij de Universiteit van Groningen. Nielsen debuteerde in 1997 met Skaldenzang. Hij schreef een zevendelige cyclus fantasyromans Het verscholen volk. In 2018 en 2021 verraste hij met een tweedelige psychologische young adults-roman: Mal en Het Meer. In 2017 verscheen de Haagse thriller Impesto, dit boek is het los daarvan te lezen als tweede deel.

De Vrouw met litteken is weliswaar overduidelijk Antonia van Staveren, maar maakt evenzeer duidelijk dat iedereen de littekens van het verleden met zich draagt.

Harman Nielsen schrijft poëtisch, soms – de zoektocht door het huis kwam wel heel traag tot een apotheose – wat wijdlopig. Zijn taalbeheersing maakt dat goed, hij schrijft beeldend en kleurrijk.

Geen doorsnee thriller maar een boeiende typisch Haagse roman met thrillertrekjes. Even op gang komen, dan leest het boek als een trein.

Harman Nielsen – Vrouw met litteken. ISBN 978-94-93214-97-2. 207 pagina’s, € 19,50. Haarlem : In de Knipscheer 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Vrouw met litteken

De man met de duizend gezichten

Wetenschap of politiek?

Het gezin of de macht.

Het gezin Lechkof, bestaande uit Michelle, Daniel en hun driejarig dochtertje zouden op vakantie gaan naar Dubai, maar als ze bericht krijgen dat de tweelingbroer van Daniel, Vigo Lechkof, is verongelukt, vertrekken ze naar Kazichië. waar Vigo president was. Als Daniel na twintig jaar weer in zijn geboorteland terug is, wordt hij onder druk gezet om zijn broer als president op te volgen. Er is echter een enorme machtsstrijd gaande. Michelle wil zo spoedig mogelijk terug naar Nederland, maar Daniel wil op den duur blijven en president worden.

Auteur

Lex Noteboom (1987) studeerde geschiedenis. Daarna werkte hij als merkstrateeg voor verschillende reclamebureaus. Hij schreef de sciencefiction-podcast The Deca Tapes. De man met de duizend gezichten is zijn thrillerdebuut. Hiermee won hij de prijs voor de beste Nederlandstalige thriller van 2024 en de Schaduwprijs 2024 voor het beste thrillerdebuut. Het boek stond ook nog op de shortlist voor de Gouden Strop 2024.

Het land Kazichië is een niet bestaand land in Oost-Europa. Het lijkt het meest op Georgië, eveneens een voormalig deel van de Sovjet-Unie. Het land verkeert zonder president in een chaotische situatie. Rusland heeft nog veel invloed, maar dat geldt ook voor de VS. In het oudste deel van het land, het echte Kazichië bevindt zich een bevolkingsgroep, de Jada, die een rebellenleger vormt. Zij willen een greep doen naar de macht.

Een wonderlijke, maar wel fascinerende persoon is een huurmoordenaar die ‘de soldaat’ wordt genoemd. Het is mooi dat uitgerekend deze koude bruut zorgt voor de romantiek in het boek.

De thriller is vooral in het tweede deel soms buitengewoon spannend. Dat geldt niet alleen voor de gevechten, maar nog veel meer voor enkele achtervolgingen. Die zijn meesterlijk beschreven. Deze meeslepende thriller is door de verschillende verhaallijnen en de vele personages soms wat ingewikkeld.

Een zeer geslaagd en veelbelovend thrillerdebuut.

Lex NoteboomDe man met de duizend gezichten. ISBN 97-894-005-1313-6, 448 pagina’s,  € 22,99. Amsterdam: A.W. Bruna 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor De man met de duizend gezichten

De zaak Emma

Hoe een dertienjarig meisje verdween

Cold case van tien jaar geleden.

Anne Kramer is sinds 2012 de baas van de afdeling ZwaCri, Zware Criminaliteit. Daar geeft ze de leiding aan een team van 700 forensische, digitale en financiële experts. Drugscriminaliteit vormt de hoofdmoot van hun werk, maar ook is er een team dat zich richt op cold case-zaken. Als Anne een sollicitatiebrief krijgt van onderzoeksjournalist Thomas van Norden wil ze de brief nét terzijde schuiven als ze ziet dat de man niet op een sappig verhaal uit is, maar een serieus verzoek indient om bij dat team te komen werken en bereid is daarvoor ook een scholing te volgen. Ze vraagt de man langs te komen. Tijdens het gesprek komt de aap uit de mouw. Thomas van Norden wil op zoek naar zijn nichtje Emma. De 13-jarige dochter van zijn zus Ina is tien jaar geleden spoorloos verdwenen. Er is met man en macht gezocht, maar ze is – dood of levend – nooit boven water gekomen. Na drie weken is de zaak op de plank gelegd, er wachtten de politie meer ernstige zaken. Thomas kan er niet in berusten. Zijn zus, is inmiddels gescheiden van haar uiterst onsympathieke echtgenoot Reinout, is nog dagelijks ondergedompeld in het verdriet om haar verdwenen dochter. Thomas heeft nu, tien jaar later, besloten Emma zélf te gaan zoeken.

Anne Kramer is in haar begintijd een van degenen geweest die zich druk met de zoektocht naar Emma heeft beziggehouden. Ze heeft het nooit kunnen verdragen dat de zaak in de lade verdween. Diep in haar hart is ze blij met Thomas’ ongewone verzoek. Ze geeft hem een kans. Thomas volgt scholing en treedt bij haar team in dienst. En omdat toeval niet bestaat, licht hij al in het begin van zijn onderzoek een tip van de sluier op die de politie tien jaar geleden niet kreeg aangereikt. Simpelweg omdat de tipgever indertijd in het ziekenhuis lag en daardoor niets van Emma’s verdwijning gehoord had. De man herkent Emma van de foto die Thomas hem toont en vertelt dat het meisje indertijd in zijn café vaak koffie dronk. En: dat ze als een echte tiener hoteldebotel verliefd was op de bediende die hij toen had, een Syriër van een jaar of twintig, die vrij plotseling was vertrokken. Thomas van Norden heeft beet. Akelig beet zo blijkt later.

Auteur

Joop van Riessen (1943) was tot zijn pensioen hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie. Hij debuteerde in 2007 met In naam der wet, waarin hij schreef over zijn ervaringen over het werken bij de politie. Na deze terugblik begin hij misdaadromans te schrijven, waarbij zijn rijke ervaring hem ruimschoots van pas kwam. Hij creëerde Anne Kramer als ‘eigen’ politiecommissaris. Inmiddels figureert Anne in zestien misdaadromans.

Van Riessen schrijft geen memoires, al put hij uit zijn verleden. Hij schrijft actuele boeken over actuele gebeurtenissen en daarmee zijn deze thrillers zo bijdetijds als maar mogelijk is.

Kleine misser: moeder Ina vertelt de politie op pag. 32 dat ze ál Emma’s vriendjes en vriendinnetjes heeft gebeld om te horen of haar dochter dáár soms zat, om op pag. 34 te melden dat Emma wel vriendinnetjes heeft maar dat ze die niet kon bellen omdat ze daar geen nummer van had. Ik dacht aanvankelijk even dat ze hiermee iets wilde verbergen, maar het was een vergissing, die een redacteur had moet opmerken.

Van Riessen heeft ook dit keer weer een actuele misdaadroman geschreven.

Wel moet mij van het hart dat de rol van Anne Kramer in dit verhaal vrij gering is. Gezien het verloop was dat onontkoombaar, maar ik had de politie-inspecteur graag wat prominenter in beeld gezien. Desondanks is De zaak-Emma een spannende thriller die ik ieder aan kan raden.

Joop van RiessenDe zaak-Emma. ISBN 9-789-462-972-94-0. 272 pagina’s, €18,99. Amsterdam: Uitgeverij De Kring 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Deel van een reeks, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor De zaak Emma