De toekomst van de kerk

Essay vol rouw en hoop

Hebben we de kerk nodig?

De schrijver is somber gestemd over de alsmaar slinkende kerk. In de eerste helft van dit boek beschrijft hij zeven pogingen om de kerk te redden. Naar zijn mening zijn ze allemaal mislukt. In de tweede helft doet hij verslag van interviews met enkele bekende bekeerlingen en stelt hij de vraag of de maatschappij zonder kerk kan bestaan.

Auteur

Dr. Aarnoud van der Deijl (1964) is al 30 jaar predikant, tot voor kort in Hoofddorp en nu in Abcoude. Veel artikelen van hem verschenen in Woord & Dienst. Hij is auteur van de boeken Doornse Catechismus, Doornse Levenskunst en van de spirituele reisgids Inspirerend Zeeland.

Over de rol van de predikant in de kerk is Van der Deijl tamelijk kritisch en ongenuanceerd. Op meerdere plaatsen in het boek beweert hij dat van de predikant verwacht wordt dat hij niet saai is, maar humoristisch. Hij moet de rituelen opleuken. Zo wordt hij een soort cabaretier. De kerkganger wordt een consument die gaat shoppen. Het is heel normaal dat de kerkganger graag luistert naar een predikant die de Bijbelse boodschap levendig en helder verkondigt. Maar dat een predikant cabaretier moet zijn is een overdreven opvatting. Hetzelfde geldt voor wat de schrijver over pastoraat zegt. Sommige predikanten specialiseren zich in het pastoraat als vorm van hulpverlening en worden halve therapeuten. Ook dit is wat overdreven. Overigens komt het pastoraat nauwelijks aan de orde, terwijl een goed georganiseerd pastoraat zeker belangrijk is voor het behoud van de kerk.

In het hoofdstuk ‘zeven plannen die de kerk niet konden redden’ geeft de schrijver een overzicht van de ontwikkeling in de kerken gedurende de laatste tientallen jaren. Het gaat om de volgende plannen: opvattingen moderniseren, rituelen opleuken, verhalen ontmythologiseren, maatschappelijke relevantie, een vitale gemeente, beeldende expressie en ervaringen centraal stellen. Elk plan wordt uitvoerig besproken en in elk plan schuilt wel iets positiefs, maar de conclusie is steeds hetzelfde: dit plan redt de kerk niet.

Het eerste deel met al die mislukte pogingen is nogal somber makend. Gelukkig klinken in het tweede deel ook positieve geluiden. Centraal staat de vraag: Wat gaan we missen als er geen kerk meer is? Van der Deijl geeft ook zijn eigen antwoord. Wat vindt hij in de kerk? Het gevoel van verbinding met anderen, de rust, de muziek en de goede woorden (die hoe dan ook klinken in Bijbelteksten en gebeden).

Er zijn ook mensen die de kerk niet bezoeken en / of niet geloven, hoewel ze toch gehecht zijn aan de christelijke cultuur. Dat kan soms slaan op kerkgebouwen. Daarover zegt de schrijver Paul Mercier: Ik wil niet in een wereld leven zonder kathedralen. Ik heb hun schoonheid en verhevenheid nodig als verzet tegen de platvloersheid van de wereld. Het kan ook slaan op muziek, zoals de Matthäus-Passion. Yvonne Zonderop noemt zichzelf ‘cultuurchristen’: ze gelooft niet dat de kerk nog een noodzakelijke voorwaarde vormt voor de christelijke cultuur. Het christendom heeft zich zo verstrengeld met de cultuur dat het via schilderijen, concerten en literatuur tot ons zal blijven spreken.

In dit boek zijn ook interviews opgenomen van enkele bekende personen die zijn teruggekeerd naar de kerk en dat positief hebben ervaren. Indrukwekkend zijn de verhalen van Stephan Sanders die geniet van de liturgie en de gemeenschap en van Kristien Hemmerechts die vertelde dat ze in een periode dat ze borstkanker had een ervaring had van diep vertrouwen: het gevoel ík ben in Gods handen.

In het hoofdstuk Adviezen en troostende woorden staan een paar opmerkelijke adviezen. De schrijver citeert hier Klaas Smelik, maar laat de uitspraken zonder commentaar. Diens eerste advies luidt Investeer in studenten. Volgens hem moet je je richten op studenten, omdat die belangrijk gaan worden in de maatschappij. Met hen moet je connectie maken. Een zeer onrealistisch idee. Een heel vreemd advies is het volgende: schrijf de ouderen af. Volgens Smelik blijven ouderen steken in negatieve herinneringen. Je moet je juist op de twintigers van nu richten: die staan nog open voor dingen. Wat een afschuwelijk advies, ook volstrekt onrealistisch en hardvochtig. Waarom geen commentaar van Van der Deijl?

Vele gedeeltes in het boek zijn somber stemmend. Dat is niet gek want Van der Deijl is in de rouw over het verdwijnen van de kerk. Ondanks het feit dat er in deze tijd een taboe heerst op rouw, verlies en mislukking. In deze neoliberale tijdgeest moet je elk probleem als een uitdaging zien en elke crisis als kans. Hij protesteert daartegen. Hij vindt dat hij het recht heeft te rouwen om het verdwijnen van de kerk. Gelukkig blijkt ook dat Van der Deijl hoop blijft houden. Hij hoopt dat zowel mensen binnen als buiten de kerk meegaan in de gedachte dat kerk-zijn niet draait om het erop na houden van bepaalde opvattingen. Dat het meer gaat om een geraakt zijn door God en door de persoon van Jezus en diens leven van niet-oordelen, liefde-tot-het-einde en barmhartigheid.

Aarnoud van der Deijl schreef een heel persoonlijk en eerlijk boek met een rijke inhoud. Hij behandelde bijna alles wat met een kerk te maken heeft en dat op een toegankelijke manier. De vele lijstjes en herhalingen maken het boek wat soms minder boeiend.

Aarnoud van der Deijl – De toekomst van de kerk. ISBN 978-94-93220-47-8, 253 pagina’s, € 25,99. Middelburg: Uitgeverij Skandalon 2023

Geplaatst in Alle Boeken, Theologie | Reacties uitgeschakeld voor De toekomst van de kerk

De Bolle Gogh

Eenzaam mens met talloze vrienden

Tegendraads kunstenaar en martelaar van het vrije woord.

Twintig jaar geleden werd hij vermoord en er ging een schok door heel Nederland. Theo van Gogh, opiniemaker, cineast, columnist, tv-interviewer en ‘predikant van de nihilistische gemeente’ stond tot zijn laatste ademtocht garant voor tumult. Maar waar hij het tumult altijd vol overtuiging zocht werd hij in zijn laatste seconden het slachtoffer van. Zijn laatste woorden waren: ‘Genade! Genade! We kunnen er toch over praten?’

Praten, Theo van Gogh had zijn hele leven gepraat, hij was een meester-interviewer, drong empathisch, ontwapenend, gravend, peurend, diep door tot zijn ondervraagden. Maar ditmaal viel er niet te praten. De moslimterrorist Mohammed Bouyeri die Theo van Gogh vermoordde sprak geen Nederlands, hij sprak enkel de taal van de haat. Hij maakte een eind aan het leven van Theo van Gogh alsof hij een slachting uitvoerde. Van Gogh, de Bolle Gogh, de man die de islam een bedreiging van de vrije westerse waarden had genoemd kreeg zijn trekken thuis van de radicale Bouyeri die meende zijn Allah te eren. Theo van Gogh overleed ter plaatse. Het was 2 november 2004. De moord was wereldwijd breaking news.

Jaap Cohen, historicus, besloot in 2017 een biografie te gaan schrijven over Theo van Gogh, de man die bij leven in de clinch gelegen had met zijn vader, de Amsterdamse burgemeester Job Cohen. De man die na de moord op Van Gogh een woedende, ingetogen en indrukwekkende speech op de Dam had gehouden tijdens de ‘lawaaidemonstratie’ op de dag van de moord; een speech ter verdediging van ieders recht op het vrije woord, het vrije beeld en het recht om het met een ander oneens te zijn. ‘Ook ik had ruzie met hem,’ zei Job Cohen. ‘En dat mág in Nederland.’

Theo had een enorm netwerk aan vrienden, hij schreef brieven aan talloze mensen. Wie door hem werd geïnterviewd voelde zich altijd begrepen en wie door hem werd bespot wist wat de redenen daarvoor waren. Zijn zoon Lieuwe, ten tijde van de moord dertien jaar, maakte in 2022 een indrukwekkend portret van zijn vader Night of the Living Dad, het portret staat achterin de biografie: een man doorboord met kogels, met lege dode ogen, halfdood, halflevend, een zombie. De zoon is kunstenaar, net als zijn vader. 

Auteur

Dr. Jaap Cohen (1980) is historicus en schrijver. Hij werkte zeven jaar aan deze biografie. Bij Querido publiceerde hij eerder De onontkoombare afkomst van Eli d’Oliveira. Een Portugees-Joodse familiegeschiedenis, waarop hij cum laude promoveerde.

Cohen heeft zijn werk grondig verricht. Hij begint de biografie in Wassenaar, waar Theo van Gogh opgroeide als kind van welgestelde ouders. Maar bij die constatering houdt hij het niet. Hij duikt ook in de familiegeschiedenis van die ouders, interviewt 150 familieleden, collega’s, vrienden en vijanden, bekijkt en luistert beeld en geluidsopnames van televisie-uitzendingen en radio-opnames. Theo van Gogh was een geweldig goede interviewer, maar zelf is hij ook talloze malen geïnterviewd en al die opnames spitte Jaap Cohen door. Tijdens deze onderzoeksjaren werd hij regelmatig verrast met brieven van Van Gogh, eenmaal, in het geval van Guus Luijters zelfs met ongeopende brieven. Luijters had Theo’s eerste brief gelezen, vond het handschrift onleesbaar en maakte Van Gogh’s volgende brieven – afkomstig uit New York – maar niet meer open. Nu was de stapel een kleine schat voor de biograaf.

Het is maar één van de vele voorbeelden. Het is niet voor niets dat Jaap Cohen zeven jaar bezig was.

Meer details geven? Dat is niet te doen. Wie een eerste voorbeeld geeft, doet een volgend voorbeeld al tekort.

Dit is een boek om ademloos uit te lezen. Jaap Cohen heeft een schitterende biografie geschreven. Ik heb het vermoeden dat Theo van Gogh, al had hij er vast ook luidruchtig de spot mee gedreven, er tevreden geweest zou zijn. Cohen heeft hem als kunstenaar en als strijder voor het vrije woord ten volle eer bewezen!

Jaap CohenDe Bolle Gogh. Biografie. ISBN 9-789-021-42380-7. 686 pagina’s. €34,99. Amsterdam: Querido 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Biografie | Reacties uitgeschakeld voor De Bolle Gogh

Reykjavík

Cold case op een afgelegen eiland

Vrolijke tiener verdwijnt voorgoed.

Het is 1956. Als Lára Marteinsdóttir vijftien jaar is krijgt ze een vakantiebaantje bij Ólöf Blöndal en Óttar Óskarssson, een keurig echtpaar dat op Viðey woont, een klein eiland net voor de kust van de IJslandse hoofdstad Reykjavík. Ze zal de hele zomer blijven. Waarom en wat er gebeurt weet niemand, maar begin augustus besluit Lára plotseling toch voortijdig te vertrekken. En daar begint het raadsel, want nadat ze de deur achter zich heeft dichtgedaan om naar de boot te gaan heeft niemand haar meer gezien of iets van haar vernomen. Het meisje had veel contact met haar ouders. Toen die niets meer van haar hoorden waarschuwden zij de politie. Waar is Lára gebleven? De politie gaat naar het eiland, maar het echtpaar kan hun vraag niet beantwoorden: ‘Lára is vertrokken. En ze heeft haar spullen meegenomen’. Klaar. En daarmee begint een raadsel dat tien, twintig, dertig jaar later nog niet is opgelost. Lára is weg, haar lichaam wordt niet gevonden en ook van haar bagage ontbreekt ieder spoor.

De eerste politieman die het echtpaar op Viðey komt ondervragen is Kristján Kristjánsson. Hij is nog jong, 24 jaar. Maar de verdwijning van Lára zal hem zijn hele carrière blijven achtervolgen. Hij heeft er slapeloze nachten van, hij volgt sporen die dood lopen en steeds opnieuw wordt hij geconfronteerd met vragen van derden. Als Lára tien jaar weg is is er als bij een soort ‘jubileum’ ruimschoots persaandacht voor haar verdwijning. Hetzelfde gebeurt in 1976, na twintig jaar. Keer op keer wordt de zaak opgerakeld en worden Kristján vragen gesteld. Al die jaren wachten Lára’s ouders, in de hoop dat hun dochter wie weet… misschien… ooit nog op zal dagen…. En dan is het 1986. Het is niet alleen het jaar dat Lára dertig jaar weg is, maar er wordt ook een feest gevierd: Reykjavík bestaat tweehonderd jaar. Dat moet groots gevierd worden. Intussen begint de jonge journalist Valur Róbertsson, die bij het IJslandse weekblad Vikublaðid werkt, met een eigen onderzoek naar de verdwijning van Lára. En zowaar, hij komt dingen op het spoor die niet eerder zichtbaar werden. Intussen lijkt het erop dat hij door een vreemde wordt tegengewerkt. Heeft iemand er soms baat bij als Vildur het raadsel niet oplost? Dat zou dan iemand moeten zijn die de waarheid kent.

Auteurs

Ragnar Jónasson (1976) is een bekroonde internationale bestsellerauteur. Hij debuteerde in 2010 met Sneeuwblind. Daarop volgden nog acht misdaadromans en drie romans. Zijn bestverkochte boeken zijn de drie delen die samen de Dark Islandserie vormen. Wereldwijd verkocht de auteur meer dan één miljoen boeken in 32 landen. Jónasson woont in Reykjavík en geeft daar les aan de rechtenfaculteit van de universiteit.

Jónasson ontmoette Katrín Jakobsdóttir tijdens een lunch in 2020. Zij bleken een gemeenschappelijke interesse te hebben: misdaadverhalen. En zij deelden hun bewondering voor de ‘koningin van de misdaadromans’ Agatha Christie. Kort na de lunch sloeg de Coronapandemie toe. Ragnar en Katrin besloten in die tijd samen een misdaadverhaal te schrijven naar een idee van Ragnar.

Katrín Jakobsdottír (1976) is sinds 2017 de premier van IJsland. Zij stapte de politiek in voor de partij Vinstrihreyfingin-grænt framboð (Links-Groen). Ze studeerde IJslands met bijvak Frans aan de universiteit van IJsland en behaalde in 2004 haar master met het werk van Arnaldur Indriðason als onderwerp. Zij werkte in deeltijd bij de omroep. Op 19 februari 2020 werd zij gekozen tot voorzitter tot de Council of Women World Leaders. Zij is de tweede vrouwelijke premier van IJsland.

Een afgelegen eiland, een vermist meisje, een stadje vol geheimen, vreemde netwerken en een jonge journalist die koste wat kost wil doorgronden wat er dertig jaar geleden met een tiener was gebeurd. Het zijn de ingrediënten voor een buitengewoon boeiende misdaadroman, vol onverwachte wendingen en spannende momenten. Tel daarbij op dat Reykjavík uitstekend geschreven is, en u hebt een heerlijk boek voor langdurig leesgenoegen.

Ragnar Jónasson en Katrín Jakobsdottír – Reykjavík. Vertaald uit het IIslands (Reykjavík) Willemien Werkman). ISBN 978-94-005-1628-1. 288 pagina’s, €20,99. Amsterdam: A.W. Bruna 2024.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Reykjavík

Stout is leuker

Van kwaad tot erger

Nooit meer een grijze muis.

Eva Janssen is een veertiger. Ze is getrouwd en moeder van een tienerzoon. Ze is, ondanks de afkeuring van haar man begonnen aan een PABO-opleiding, want haar grote droom is onderwijzers worden. Op een feestje laat ze zich versieren door een twintig jaar jongere man en als ze dit thuis opbiecht is haar huwelijk voorbij. Met haar zoon neemt ze haar intrek in een kleine flat in een Vogelaarbuurt. Daar doorbreekt ze regelmatig de dagelijkse sleur door met haar vriendinnen te feesten en zich over te geven aan drugs, drank en seks.

Auteur

Linda Prins werkt in het onderwijs. Haar grote passie is schrijven. Ze schreef korte verhalen, reisverhalen en teksten in opdracht. Dit boek is haar debuutromen. Het idee ervoor is ontstaan na een turbulente periode in haar leven. Ze combineerde haar eigen ervaringen met de verhalen die ik hoorde van andere vrouwen. Eva lijkt op mij, maar veel fantasieën en avonturen die ik misschien niet zou aandurven, daar gaat Eva helemaal voor.

Het moet gezegd, de auteur heeft een vlotte pen. Maar toch kreeg ik al lezende een steeds ongemakkelijker gevoel. Het boek heet. Stout is leuker. Wat is er in hemelsnaam stout aan drugsgebruik en seks met jonge jongens? Wat is er stout aan om driehoekige roze pilletjes in een plaats van je lichaam te stoppen waar men niet fouilleert en ze zo een club binnen te smokkelen. Nou, lekker voor die mannen. Dat stoppen ze straks gewoon in hun mond.

Wat is er stout aan als een van die jonge jongens na een keertje geweldige seks een volgende keer Eva’s vriendin een beurt geeft?

In het schijnsel van wel twintig brandende waxinelichtjes zie ik Sarah voorovergebogen staan, haar handen leunend op de rand van het bad. Roy staat achter haar en houdt haar heupen vast. Hij is naakt, net als zij. Ik zie hoe hij keer op keer ruw tegen haar aan beukt. Bij elke stoot hoor ik een dierlijke kreun. Een golf van misselijkheid overspoelt me, ik wankel en kan net het deurkozijn vastgrijpen. Sarah hoort het en kijkt achterom over haar schouder met een verontschuldigende blik. ‘Sorry Eef.’

Wat is er stout aan om je zoon alleen thuis te laten om zelf te gaan feesten en onbereikbaar te zijn voor zijn wanhopige appjes? Je leert overigens wel, want de volgende keer stuur je hem ergens op logeren.

Wat is er stout aan om je minderjarige zoon te laten drinken en zelfs drugs gebruiken onder het motto dat hij dat beter thuis kan doen dan op straat? Moet zo iemand niet uit de ouderlijke macht worden ontzet? En zou u uw kinderen willen toevertrouwen aan zo’n juf?

Hoewel gevoelens van walging, ongemak, schaamte en schuldgevoel regelmatig de kop opsteken, weet ze één ding zeker: ze wil nooit meer een grijze muis zijn. Dat is Eva zeker gelukt. Maar het is haar niet gelukt bij mij als lezer enige empathie op te wekken.

In een goede feelgood identificeert de lezer zich ten minste enigszins met de hoofdpersoon. Daarvoor is hier bij mij geen sprake.

Linda PrinsStout is leuker. ISBN 978-94-6068-626-9, 285 pagina’s, € 17,50. Baarn: Uitgeverij Marmer 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Feel good | Reacties uitgeschakeld voor Stout is leuker

Naar zachtheid en een warm omhelzen

De oorlog is voorbij

Adriaan krijgt eindelijk liefde en aandacht.

In enkele romans schreef Adriaan van Dis over zijn familie. Hij woonde met zijn ouders en zussen in Bergen. In die boeken kwam zijn vader, een oud-militair met een oorlogstrauma, naar voren als een lastig persoon. In zijn laatste roman is de situatie in Bergen onveilig voor Adriaan. Daarom gaat hij tijdelijk naar zijn grootvader, een rijke herenboer die in een groot huis woont in het dorp. Zijn vrouw is overleden en hij woont samen met zijn huishoudster. Grootvader is een strenge, deftige man met vaste gewoontes. Zijn huishoudster behandelt hij als een slaafje. Met een belletje gaf hij aan wat hij wenste. Adriaan wordt door de huishoudster die hij Ommie noemt heel liefdevol ontvangen.

Auteur

Adriaan van Dis (1946) groeide op in Bergen, te midden van halfzussen en ouders met een Indische (oorlogs-) geschiedenis. Hij debuteerde in 1983 met de novelle Nathan Sid. In het begin van de jaren negentig schreef een hij aantal reisromans. In 1994 verscheen zijn succesvolle roman Indische duinen. Van Dis woonde enige tijd in Parijs. Daarover gaat de roman Stadsliefde. Met Ik kom terug won hij de Libris Literatuurprijs. In datzelfde jaar werd hij bekroond met de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre.

De ontvangst die Adriaan te beurt viel was als een warm bad. Thuis in Bergen was er niemand die hem liefkoosde. Zijn moeder was afstandelijk en zijn vader sloeg hem regelmatig. Ommi is heel lief en zorgzaam voor Adriaan. Ze neemt hem zelfs op schoot en knuffelt hem. Terwijl hij in vermaakte kleren rondliep vervaardigt Ommi nieuwe kleren. Ze wil niet dat hij bezig is met de oorlog. Zij was in het verzet en had onderduikers. Adriaan ontdekt een plakboek met oorlogsherinneringen. Ommi verbiedt hem daarin te kijken, hij zou er huiduitslag van kunnen krijgen.

Adriaans grootvader Huibert is een wonderlijk persoon. Zijn boerderij bezoekt hij niet meer. Wel ontvangt hij pachters, de notaris, een paardenhandelaar en het blokhoofd van de Bescherming Bevolking (het boek speelt zich af in de jaren vijftig van de vorige eeuw). Een regelmatig bezoeker is de Kolonel, een Poolse officier. Met hem speelt Huibert dagelijks schaak.

Adriaan krijgt een verrekijker van Ommie. Het lijkt erop dat deze intensief gebruikt is. De koperen randen van de kijker zaten vol butsen en de lenzen hadden vast veel gezien en meegemaakt. Het voelde als een tweede hart. Hij streelde hem, zoende hem, sprak ermee en verdween erin. De hele dag verkent hij zijn omgeving en de mensen. Hij noemde hem MARESCH. Dit woord stond in het foedraal. In het dorp liep een manke vrouw met een houten been. Ze had een invalide zoon die in een rolstoel zat. Zo waren er wel meer ‘zielige’ mensen in het dorp. Ze werden vaak door Ommie ontvangen en verwend.

Naar zachtheid en een warm omhelzen is een zeer geslaagde roman. De markante Huibert en Ommi worden goed getypeerd. Veel aandacht is er voor de gedachten van Adriaan. De lezer kan zo goed meeleven met de hoofdpersoon. Het is genietend lezen en puur literatuur

Adriaan van DisNaar zachtheid en een warm omhelzen. ISBN 978-90-254-7338-9, 224 pagina’s, € 22,99. Amsterdam: Atlas Contact 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires | Reacties uitgeschakeld voor Naar zachtheid en een warm omhelzen

Iniquitas

Wie is de echte dader?

De politie misleid.

In deze ouderwetse politieroman wordt heel gedetailleerd het speurwerk beschreven van twee politiemannen. Zij onderzoeken verscheidene moorden die aanvankelijk niets met elkaar te maken lijken te hebben. Het is opvallend dat in het boek geen misdadigers voorkomen. Het gaat om ‘gewone’ mensen die handelen uit wraak, jaloezie of omdat zij unfair, onrechtvaardig (vertaling van de geheimzinnige titel) zijn behandeld. De speurders zijn vasthoudend in hun onderzoeken. Opmerkelijk is het feit dat de dader de politie ogenschijnlijk helpt door op slinkse wijze foto’s en krantenknipsels te verstrekken.

Auteur

Guido Strobbe (1956) is een Belgische journalist en schrijver. Hij was journalist voor het Nieuwsblad en leraar grafische media. Sinds 2012 schrijft hij thrillers die deels historisch getint zijn. Enkele titels: Ultio, Odium, Deceptio en Opertum. Iniquitas is zijn achtste thriller.

Een vrouw met een hondje ziet een auto met daarin een vermoorde man. Hij is neergestoken en gewurgd. Op de achterbank liggen krantenknipsels die handelen over moorden in het verleden. Een van de knipsels gaat over een wurgmoord. De politie denkt de dader daarvan al te hebben gearresteerd. Het gaat om Dirk Debacker, een architect die al een half jaar in de gevangenis zit. Hij zou Daan Wydhooge vermoord hebben. Dirk ontkent alles, hij zit als onschuldige ten onrechte gevangen. De rechercheurs zijn ook nog bezig met de moord op de man in de auto. Ze ontdekken raakvlakken tussen beide moorden. Gelukkig voor Dirk gaan de rechercheurs zijn zaak vanwege die raakvlakken nader onderzoeken.

De echtgenote van Dirk, Nohra, is door de gevangenschap in grote financiële moeilijkheden gekomen. Het huis moet verkocht worden en ze moet ander werk zoeken. Dat gelukt niet omdat niemand de echtgenote van een moordenaar in dienst wil nemen. Uiteindelijk kan ze alleen terecht in een chique rendez-vous hotel. De politie heeft veel belangstelling voor die plaats omdat één van de vermoorde mannen daar vaak kwam. Nohra doet in opdracht van de politie onderzoek.

Een interessant en kleurrijk personage is Ilse de Hermione Wydooge, de echtgenote van de vermoorde Daan Wydhooge. Ze is van adel en woont op een landgoed met personeel, waaronder zelfs een lakei. Ze wil een herdenkingsplechtigheid organiseren voor een groot gezelschap De schrijver besteedt veel aandacht aan de voorbereiding van deze bijeenkomst die door de opzet veel op een feest lijkt. Hiermee maakt de schrijver wel een flinke uitstap naast de eigenlijke plot. Het is echter wel een vermakelijk verhaal.

Er vinden nog enkele moorden plaats, na de twee eerdergenoemde. In die gevallen wordt de politie geholpen met filmbeelden en foto’s. die aan dossiers worden toegevoegd. Een zeer wonderlijke gang van zaken.

Het boek bevat veel personages met als gevolg dat er veel gesprekken en verhoren plaatsvinden. Het bevat voor een thriller weinig actie. Toch is dit boek spannend vanwege de voortdurende verrassende ontwikkelingen. Bepaalde personen blijken ineens koele moordenaars. Bij elkaar is het allemaal wel een beetje teveel: te veel personen, te veel complotten, maar door de knappe opbouw blijft het een helder en spannend verhaal.

Een goed geslaagde politieroman.

Guido Strobbe Iniquitas. ISBN 97-894-648-7106-7, 337 pagina’s, €24,95. Soesterberg: Uitgeverij Aspekt 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Iniquitas

De langstlevende

Zoveel mensen, zoveel verhalen

Als seks geen wellust wordt.

Als René, inmiddels zestiger, tijdens een wandelvakantie met zijn partner Paul gaat kamperen, strijkt er vlakbij hun tent een groepje jongeren neer. Eén van de jongens doet René denken aan Leon, afgelopen zomer overleden, met wie hij al tientallen jaren geen contact meer had. Maar het optreden van de jongen én Leons overlijden maken herinneringen los die steeds duidelijker vormen aannemen. Want René was in die tijd een onzekere jongen, worstelend met vragen omtrent zijn seksuele geaardheid. Hij voelde zich met een vage onrust aangetrokken tot Leon, verdroeg het niet dat deze zich door het meisje Anna liet meeslepen naar PANN-feesten (LHBTQIA-events). Leon verliet het pad dat hij zelf bewandelde, stopte met zijn studie, en ging de spirituele kant op. Hij werd hypnotherapeut en astroloog. René vond Paul en is gelukkig, maar door de ontmoeting op de camping staat Leon opnieuw in hem op, wekt dezelfde onrust als voorheen.

Ook het meisje Anna denkt terug aan Leon. Hij was ooit haar eerste vriendje maar hun relatie hield geen stand. Ook hield speelde seksualiteit een vage rol. Hun liefde ontaardde nooit in wellust, op dat gebied leefde Anna als een angsthaas, realiseerde zij zich later. Maar hetzelfde gold voor Leon, voor bijvoorbeeld de halfslachtige wijze waarop zij beiden om het onderwerp ‘kinderen krijgen’ heen draaiden. Later, toen zij los van elkaar verder leefden, vond Anna het geluk bij Diana. Eindelijk rust in haar leven, eindelijk het gevoel van gelijkwaardigheid met een geliefde. Leon trouwde tweemaal, zo blijkt uit de overlijdensadvertentie, die ondertekend is door Delphine. En er is ook nog een zoon, Casper.  Van Annet, de tweede vrouw. Was Leon dan toch een vrouwenman? Of trok zijn beroep vrouwen aan, vrouwen die het boeiend vonden, een hypnotherapeut? En Casper, wat voor vader zou hij hebben gehad aan Leon?

Auteur

Truus Rozemond is psycholoog, gespecialiseerd in leerprocessen. Over dit onderwerp heeft zij diverse boeken geschreven. Zij werkte aan de Hogeschool van Amsterdam en aan de Universiteit van Amsterdam. Haar eerste psychologische roman Een verwaarloosd huis kwam uit in 2015, in 2016 verscheen de dichtbundel Zwanenzang. Haar daaropvolgende boeken zijn allemaal psychologische romans.

Zoals uit voorgaande beschrijving blijkt is het thema van dit boek het ‘gezicht’ dat een ander je geeft. Hoe denken nabestaanden terug aan een overledene, of – wat natuurlijk evengoed kan – aan een persoon in hun leven. Wie tekent dat beeld? De denker, degene aan wie wordt teruggedacht of wiens leven je meermaals kruist?

Wie bepaalt dat beeld? Dat is niet alleen de denker, maar ook de ander, die ieder door hun eigen verhaal invloed op een ander hebben. Honderd bekenden, honderd verhalen, elk in eigen toon en kleur. Een mooi thema, fijnzinnig en boeiend uitgewerkt.

Rozemond schrijft beeldend, een kunst apart.

Truus Rozemond – De langstlevende. ISBN 9-789-492-24-162-7, 160 pagina’s, €19,95. Utrecht: Uitgeverij Magonia 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie | Reacties uitgeschakeld voor De langstlevende

Gevoelige snaren

Mijmeringen van een pensionado

…over sport en muziek,

Op het cover zien we De Mart met een gitaar die hij ondersteboven vasthoudt. Ik heb geen idee of hij inderdaad zelf gitaar speelt en heb er ook niets over gelezen in dit boekje. Een boekje van de liefhebber Smeets over zijn twee grote liefdes, sport en muziek.

Elk jaar wanneer de herfstbladeren vallen vergast Mart Smeets ons met zijn overpeinzingen over het afgelopen sportjaar. De man die na zijn eigen actieve sportbeoefening van zijn hobby zijn werk wist te maken en zo jarenlang een door velen graag geziene gast in de landelijke media was maakte vlijtig aantekeningen, waar hij een ruime keuze uit kon maken voor zijn jaarlijkse boek. Smeets is echter inmiddels enige jaren gepensioneerd en het is niet gek dat hij er meer voor moet doen om op de hoogte te blijven, hoewel hij nog altijd veel sporten intensief, zelfs ’s nachts, volgt. Toch lijkt de stof (of de inspiratie?) iets af te nemen, want dit boekje telt ‘slechts’ 194 pagina’s. En ze gaan niet allemaal over sport, maar de schrijver eert ook een aantal in het afgelopen jaar overleden grootheden uit de muziek. Een nieuwe aanpak.

Auteur

Mart Smeets (1947), voormalig topbasketballer, is gepensioneerd sportcommentator. Daarnaast maakte hij jarenlang met Leo Blokhuis het radioprogramma For the record. Hij schreef een groot aantal boeken en columns. Daarnaast maakt hij het tweewekelijkse radiomuziekprogramma OLM (Ouwe Lullen Muziek).

Als (Rotterdamse) voetballiefhebber ben ik mijn hele leven slechts modaal geïnteresseerd in andere sporten. Mart Smeets echter is er in geslaagd andere sporten en vooral sporters onder mijn aandacht te brengen. Ik keek graag naar Avondetappe en las met veel plezier een groot aantal van zijn boeken. Ook Marts muzieksmaak kan ik wel waarderen.

En zo werd ik als lezer geconfronteerd met ’s mans altijd goed beredeneerde mening over uiteenlopende zaken en personen. Het begint al met het vanwege de jaarlijkse Nieuwjaarsuitzending bekende schansspringen uit Garmisch-Partenkirchen. Andere evenementen die de revue passeren zijn onder meer de Super Bowl, Kuurne-Brussel-Kuurne, de Ronde van Vlaanderen, , de ‘lollige’ Vuelta. Een selectie uit de personen die langs komen ‘fietsen’: Hein Otterspeer, Sjinkie Knegt, Jordan Stolz (die gisteren nog een wereldrecord aan flarden reed), Peter Post, Maarten (Martijn) Ducrot, Max Verstappen. José Mourinho (volgens de auteur een proleet), Venus Williams, Femke Bol, Novak Djokovic en Mathieu van der Poel. Uiteraard vindt Smeets wat van de ‘kus’ van Rubiales en als altijd promoot hij de grote Amerikaanse sporten football, honkbal, ijshockey  en basketbal, die hij ook zelf in een grijs verleden min of meer mocht beoefenen.

Hij portretteert daarnaast de volgende overledenen uit de muziekwereld: Jeff Beck, David Crosby, Gordon Lightfoot, David Lindley, Jum Gordon, Tina Turner, Raby Meisner, Robbie Robertson,    

Smeets wil met dit boekje lezers attenderen op bijzondere situaties in de sport en de muziek. In de hoop dat ik er gevoelige snaren mee weet te raken. Wat mij betreft is hij daar weer uitstekend in geslaagd.

Mart Smeets – Gevoelige snaren. ISBN 978-94-6297-290-2, 198 pagina’s, € 16,99. Amsterdam: Uitgeverij De Kring 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Muziek, Sport | Reacties uitgeschakeld voor Gevoelige snaren

Geen vaarwel vandaag

Het gewicht van een dode man

Frustraties rond een afscheid.

Als Oskar van Bohemen op Schiphol zijn naam hoort omroepen staat hij op en loopt wat gestrest in de richting van de gate van waaruit zijn vliegtuig naar Porto vertrekt, Oskars eerste vakantie sinds jaren. Maar zover komt hij niet. In één seconde speelt zijn leven zich voor zijn ogen af. Dan valt hij neer. Hij sterft zonder van iemand afscheid te hebben kunnen nemen. Zijn ex-echtgenote Elise, zijn drie kinderen Tessel, Moor en Cat zijn ex-af en kind-af geworden. Maar ze weten nog van niets. Voorlopig wordt Oskar op Schiphol opgeborgen in een keurige koelruimte. Zijn nazaten mogen beslissen wat er met het lichaam gebeurt.

Wie wél alles weet is de verteller, de schrijver van dit boek. Hij vertelt het verhaal van Oskars leven, hij verhaalt van diens liefde voor Elise (Liesje), vertelt hoe diens kinderen reageren en wat hun voorgeschiedenis is. Ook wroet de verteller in zijn eigen relatie met Oskar, zijn vader en ook weer niet. Want de schrijver van deze familiegeschiedenis is zowel zoon als allesweter, een man die een moeizame relatie had met Oskar, als kind en ook als volwassene. Daarmee is dit boek deels autobiografisch. In Oskar van Bohemen, de dode, is voor kenners Arend Jan Heerma van Voss te herkennen, journalist, schrijver en oud-hoofdredacteur van VPRO Radio. Arend Jan overleed in 2022, overigens niet op Schiphol maar na een ‘ordentelijk ziekbed’.

Het overlijden van Oskar van Bohemen roept bij zijn ex en zijn kinderen verschillende reacties op, afhankelijk van de relatie die ze met hem hadden. Oskar was geen gemakkelijke man, blijkt uit de verhalen. Maar ze realiseren zich terugkijkend dat zij het hém ook niet altijd gemakkelijk maakten. Tessel is een hardwerkende schrijfster die momenteel een writers-block heeft en die zich staande houdt met en ondanks haar moeizame relatie met Henk-Maarten en dochter Clio. Moor leidt een vrijbuitersleven, drijft een wat bedenkelijke handel en leunt op de warme Debbie. Oskars lieveling Cat woont met haar relatie Aiden in New York en doet daar promotieonderzoek op Freud, een veelzeggend onderwerp in dezen. Elise, hertrouwd met de geduldige en immer empathische Cas kan nu pas eindelijk écht afscheid nemen. Maar hoe gieten ze dat in een vorm?

Auteur

Daan Heerma van Voss (1986) is historicus en schrijver. Hij debuteerde in 2010 met Een zondagsroman. Na de succesvolle ontvangst daarvan schreef hij gestaag door. Zijn oeuvre bevat inmiddels zeven romans, een essay/reisverhaal, een thriller en een non-fictie boek De bange mens. In dat laatste werk reist Heerma van Voss door ruimte en tijd om het fenomeen angst te doorgronden, en hij ‘bezoekt’ daarbij filosofen, wetenschappers, kunstenaars en angstlijders (zoals hijzelf). Het boek kreeg waarderende kritieken. Zijn werk wordt vertaald in het Engels, Chinees, Duits, Zweeds, Spaans, Pools en Russisch. Dit is Heerma van Voss’ eerste roman na vijf jaar.

Het afscheid van Oskar van Bohemen is niet eenvoudig voor zijn kinderen. Cat heeft hem als jongste lang meegemaakt voor zij naar de VS vertrok, Tessel bezocht hem de laatste jaren nog het meest en zag hem ouder worden. Moor botste met hem, vader vond het maar niets dat zijn zoon zo weinig presteerde en de twee zagen elkaar zelden meer. En nu is het toch Moor die bij de crematie wil spreken. Wil hij afrekenen of laten weten dat hij toch van Oskar hield? De alwetende verteller komt uiteindelijk boven water. Als Oskars as wordt verstrooid is de cirkel rond.

Dit is een ‘typisch Nederlands’ boek. Deels autobiografisch, veel gewroet in eigen en andermans ziel, veel oog voor details, wijdlopig. Maar ook ironie, onderkoelde humor en vreemde situaties die niet nader worden verklaard.

Heerma van Voss schrijft een knap, stilistisch fraai verhaal. Echt een familiegeschiedenis voor liefhebbers van het autobiografische genre.

Daan Heerma van VossGeen vaarwel vandaag. ISBN 9-789-025-47406-5. 375 pagina’s, €24,99. Amsterdam: Atlas Contact 2023.

Geplaatst in Alle Boeken | Reacties uitgeschakeld voor Geen vaarwel vandaag

Het Buchinski Incident

Onderdrukking door nazi’s en communisten

De geschiedenis herschreven.

Deze thriller is niet alleen vanwege zijn enorme omvang opvallend, maar ook door de verzonnen geschiedenis. De meeste elementen zijn historisch juist, maar vele zijn ook fictie. De schrijver laat de Russen aan het eind van de Tweede Wereldfoorlog doorvechten tot in Brussel, waar Hitler verbleef en zelfmoord pleegde. De Russen vestigden zich daar en bouwden zelfs een muur: de Koude Oorlog in België. 

Na een proloog komen vier grote delen met intermezzo’s daartussen. De schrijver maakt steeds een sprong in de tijd: 1935, 1944, 1947, 1962, 1965. In de intermezzo’s krijgt de lezer uitleg over wat er tussentijds is gebeurd. Opvallend is de lijst van personages. Dat is geen luxe, want naast de vijf hoofdpersonen zijn er nog tientallen anderen..

Auteur

Benny Baudewyns (1958) is een Vlaamse thrillerschrijver. Hij debuteerde in 2000 met de thriller Het Zwartbergplan. Zijn volgende thriller De Emerson Locomotief won in 2002 De Diamanten Kogel, prijs voor het beste misdaadverhaal in Vlaanderen Daarna volgde nog een tiental thrillers, waaronder Mazzelaar en een non-fictie boek over zijn voormalige beroep als uitvaartondernemer.

In 1935 wordt in Angersburg, een dorp in Pruisen, in de tuin van Buchinsky het lijk van een onbekend meisje gevonden. Rechercheur Thomas Erder gaat de moord onderzoeken. In de volgende hoofdstukken gaat het over heel andere zaken. Baudewyns herschrijft de geschiedenis als het ware. In 1945 heroveren de Russen Berlijn op de nazi’s. Ze stoten door naar Brussel. Daar treffen ze de geallieerden. Brussel wordt verdeeld in vier zones. Brussel is overigens slechts een van de locaties waar de verhalen in dit boek zich afspelen. Zo treffen we Joyce Horner en Gill Hayers in Amerika en Aras Petraurkas in Southampton. Andere voorkomende plaatsen zijn onder meer Berlijn, Bastogne, Basel, Dover, Hasselt, Madrid, Hamburg en Rügen. De hoofdpersonen hebben in die plaatsen hun eigen verhaal. Alle verhalen komen in de loop van het boek bij elkaar.

Eén van de opvallendste personages is Othman Gellhaus: een sadist die graag martelt en die mensen aan de lopende band doodschiet, meestal met een schot in het hoofd. Het is ook een opportunist. We leren hem kennen als SS’er en als de Russen de macht krijgen sluit hij zich aan bij de Stasi. De fantasie van de schrijver gaat soms erg ver. Toen Hitler van Berlijn naar Brussel verhuisde was Gellhaus in zijn gezelschap. Hitler pleegde zelfmoord. Zijn lijk moest verbrand worden en hij was daarbij getuige.

Een ander sterk verhaal is dat van Aras Petrauskas. Hij werd opgeleid om generaal Patton te imiteren. Er was een plan om de Duitsers te misleiden. De invasie zou zogenaamd vanuit Dover plaatsvinden. Petrauskas sprak als Patton de troepen toe. De Duitsers trapten er in en stuurden troepen naar Dover. Helaas mislukte de landing bij Normandië omdat er nog genoeg Duitse troepen over waren. Aldus het verhaal van Baudewijns. Een andere wilde fantasie betreft de verdere carrière Perauskas. Hij wordt acteur en treedt in Engeland op met Laurel en Hardy (beide komieken waren daar destijds daadwerkelijk op toernee). Vermakelijk.

De schrijver heeft het zichzelf heel lastig gemaakt: veel verhalen die parallel lopen aan elkaar, heel veel personen, veel locaties en dan de ‘geschiedenisvervalsing’. Toch is het hem gelukt om er een overzichtelijke thriller van te maken, mede door de heldere vertelstijl. De lijst van personages is heel behulpzaam. De verhalen van de zes hoofdpersonen zijn dermate goed uitgewerkt dat ze prima tot hun recht komen. In deze tijd van gewapende conflicten laat Baudewyns de verschrikkingen zien van oorlogen en de praktijken van misdadige regimes.

Een meesterlijke thriller, winnaar van de Hercule Poirotprijs 2023.

Benny Baudewyns – Het Buchinsky Incident. ISBN 978-19-139-8038-2, 696 pagina’s, € 28. Wommelgem: Uitgeverij Storyland 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Het Buchinski Incident