Hoera! Een boek

over Nederlands en Nederlandse letterkunde van nu

Saskia Noort, Ilja Gort en anderen genadeloos neergesabeld.

Wat is er toch aan de hand met het vak Nederlands? Veel jongeren hebben een afkeer van het lezen. Een belangrijke vraag is: wat behoort tot de literatuur? De belangrijkste vraag is of de universitaire opleiding Nederlandse taal en cultuur wel een volwaardige universitaire studie is. Volgens Jos Joosten is het een kwestie van onjuiste beeldvorming. Zelf vindt hij het professioneel bezig zijn met Nederlands het mooiste wat bestaat. Hij verdedigt daarom allereerst de studie Nederlands. In het hoofdstuk ‘Mijn kleine Canon’ bespreekt hij een aantal boeken die volgens hem onderschat, overschat of niet geschat zijn. Ook het Nederlands als schoolvak komt aan de orde.

Auteur

Jos Joosten (Rotterdam, 1964) is hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit. Hij schrijft artikelen en boeken over de eigentijdse Nederlandstalige literatuur. Eerder verschenen onder andere Misbaar en Staande receptie. In 2018 publiceerde hij De verdeelde mens, een biografie van de Brusselse avant-gardist Jan Walravens.

Bij het Nederlands als schoolvak is er veel kritiek op het centrale eindexamen. Het gaat dan met name over het verplichte onderdeel tekstverklaring. Daarom wordt er in de lessen veel aandacht aan besteed, wat de leerlingen vaak saai vinden. Het gaat ten koste van leuke lessen letterkunde.

Dan is er nog de boekenlijst en het gedrag van vele leerlingen die niet echt lezen maar gebruik maken van gemakkelijk via internet verkrijgbare uittreksels. Volgens Joosten ligt het aan de beeldvorming en niet aan de vele enthousiaste, betrokken docenten. Ook het standpunt dat leesplezier niet meer bestaat klopt niet. Een onderzoek van Jeroen Dera wijst uit dat het leesgedrag van havo- en vwo-scholieren veel genuanceerder ligt.

Vele boeken die verschijnen woorden niet besproken in de boekenbijlagen. Dat zijn er nogal wat. Joosten bespreekt ook boeken waaraan ten onrechte aandacht werd besteed. Thierry Baudet schreef de roman Voorwaardelijke liefde. Joosten geeft een keihard oordeel. De hoofdpersoon Gregor is bedoeld om het politieke ideaal van Baudet te demonstreren. Maar Gregor is een nogal sneue eikel, die nooit over de echtscheiding van zijn ouders en het vertrek van zijn vader heen kwam, hij zit seksueel in de knoop, theoretiseert zijn evidente contactgestoordheid en zijn totale onmacht tot normale omgang met vrouwen weg met allerlei hoogdravende halfwassen theorietjes en pseudowetenschap. Als Thierry Baudet niet zo bekend was geweest als politicus dan zou geen uitgever op het idee zijn gekomen zijn boeken uit te geven

‘een ongehoord stupide waardeloos kutboek’

Heel kritisch is Joosten ook over de thriller Huidpijn van Saskia Noort. Terwijl Trouw het heeft over ‘een aardige, luchtige zomerthriller’, noemt Joosten het ‘een ongehoord stupide, waardeloos kutboek’. Het boek ontbeert de cruciale eigenschappen van een thriller. Huidpijn is ongeveer zo spannend als een historische stadswandeling door Lelystad.

Nog negatiever is hij over de roman Vrije vogels van Ilja Gort. Hij duidt deze aan met de woorden Het malle geval-Gort. Zijn oordeel is hard: De roman is een opeenstapeling van onwaarschijnlijkheden, lomp effectbejag, een grieperig vertelperspectief, vlak taalgebruik en nogal wat mislukte pogingen tot humor.

De biografie. Ook bij dit genre plaatst Joosten enkele kritische opmerkingen. De meeste biografieën zijn niet wetenschappelijk genoeg. Ze bevatten vaak niet relevante persoonlijke informatie. Enkele voorbeelden: Gerrit Achterberg was een dwangmatige onanist; Simon Vestdijk at na het overlijden van zijn vrouw allen nog maar blikvoer. De biografie over Adriaan Roland Holst bevat een lange kroniek van avontuurtjes met vrouwen en informatie over intieme ongemakken als puisten aan des dichters kont. Het gaat alleen over het innerlijk leven van de auteur en zijn werk wordt nauwelijks besproken. Het is niets anders dan de interesse van de voyeur, van de buurvrouw over het tuinhek, van RTL Boulevard. Wetenschappelijke distantie, systematiek en een gevoel voor relevantie ontbreken meestal.

L.H. Wiener

Een van de ontwikkelingen van de laatste tijd is dat boeken het liefst autobiografisch moeten zijn. Het verhaal moet echt gebeurd zijn. Joosten betreurt dit. Hij prefereert teksten waarvan we mogen aannemen dat ze zo niet gebeurd zijn. Volgens hem is de lol van de literatuur dat de lezer aan het denken wordt gezet: wat is echt en wat is niet echt. Een schrijver als L.H. Wiener schrijft wel autobiografisch maar deze vakkundige, getalenteerde literair schrijver schept zijn eigen zorgvuldig gecomponeerde en gestileerde werkelijkheid. De schrijver die louter boeken afscheidt als buurman of buurvrouw, geleund over de schutting, al ouwehoerende over zijn of haar moeilijke leven, maakt een soort van literatuur waar niemand vrolijk van wordt. Aldus Jos Joosten in zijn slotoordeel.

Een mooi pleidooi voor het vak Nederlands.

Jos Joosten – Hoera! Een boek over Nederlands en Nederlandse letterkunde van nu. ISBN 978-94-93183-41-4, 213 pagina’s, € 19,50. Enschede: AFdH Uitgevers 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Literatuur | Reacties uitgeschakeld voor Hoera! Een boek

Melkmeisje

Van zedenschets naar burgerdoek

‘Ik wil met mijn penseel het leven kunnen aanraken’.

Als de jonge Delftse schilder Johannes Vermeer verliefd wordt op Catharina (Cat) Thins haalt hij zich veel moeilijkheden op de hals. Niet alleen behoren de twee geliefden tot een verschillend geloof – en twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen – maar ook komt hij uit een arm nest en is Catharina geboren met een zilveren lepel in de mond. Haar moeder Maria is een kunstminnaar, dat scheelt wel. Maar toch, Maria ziet niets in die armoedzaaier voor haar dochter. Zo lang hij niet schildert als Van Babure, van wie ze werk heeft hangen, kan hij nooit goed zijn brood verdienen. Toch trouwen de twee. Johannes tracht de sympathie van zijn schoonmoeder te verdienen door in 1655, twee jaar na hun huwelijk, een zedenschets te schilderen, in navolging van Maria’s pronkstuk van de schilder Van Babure, een genrestuk met daarop een koppelaarster, een hoertje en een klant, een strenge vermaning aan degene die het werk aanschouwt. Vermeer schildert op zíjn koppelaarsdoek als toegift ook zichzelf als spottend lachende kijker, het wordt het enige schilderij in zijn oeuvre waar hij herkenbaar op staat. Maar daar blijft het niet bij: Maria Thins is de valse koppelaarster, Catharina het hoertje, de geile klant haar broer Willem, ieder van de figuren is herkenbaar geschilderd. De pleuris breekt uit in de kleine stad Delft. Johannes Vermeer wordt met afschuw bekeken en opdrachten kan hij verder wel helemáál vergeten. Catharina gaat met hun twee kleine dochtertjes weer bij haar moeder wonen, diep bedroefd, want ondanks alles houdt ze nog steeds van Johannes die haar net zo warm geschilderd heeft als stille, slapende vrouw.

Het ziet ernaar uit dat Vermeer het verder kan vergeten in Delft. Hij kan beter een ander vak kiezen. Maar zijn mecenas Van Ruijven ontmoet Cat en zij houdt een pleidooi voor Johannes, met als gevolg dat Van Ruijven daarna langsgaat in het atelier van die eigenwijze schilder wiens werk hij zo waardeert. Hij praat op hem in. Dat schilderij van die koppelaarster was een stomme streek. Vermeer kan zich veel beter bezighouden met huiselijke tafereeltjes. Dáárin ligt zijn kracht. Een keuken of een kamer, een raam waar het licht doorheen schijnt, en niet te donker Vermeer, want dat werkt verstikkend, in de sfeer van Carel Fabritius, mooie, warme en huiselijke vrouwen, en doe ook wat blauw erin Vermeer! En dan binnen een maand of acht twee van dit soort portretten, in de stijl van dit mooie doek, van zijn slapende vrouw. Die neemt hij dan allemaal af. Van Ruijven vertrekt. Johannes sprakeloos achterlatend. Het is 1567. Hij zit in de ellende. Schilderen, Van Ruijven zegt daar wat. Wie wil er nog voor hem poseren? Hij tobt en piekert. En dan komt Tanneke in beeld, de dienstbode van Maria Thins. Na veel vijven en zessen, excuses aan Maria, geredekavel met Catharina en overredingskracht bij Tanneke, is het eindelijk zo ver. Hij mag Tanneke gaan schetsen, in de keuken, zodat zij dóór kan met haar werk. Schetsend en tekenend, steeds met nieuwe ogen, eigent Johannes Vermeer zich via het houtskool Tanneke toe. De slapende Catharina was mooi, de bezige Tanneke wordt beter. Dát is wat Van Ruijven bedoelt, nu grijpt Johannes het ware leven, geeft het strijklicht de nodige ruimte, verstilling de kracht van de mens. Het melkmeisje wordt geboren.

Auteur

Matthias Rozemond (1962) studeerde Duitse Taal- en letterkunde. Hij schrijft sinds zijn drieëntwintigste en debuteerde in 2007 met de thriller De Apollovlinder. Er volgden nog twee boeken en daarna richtte Rozemond zich op het schrijven van historische romans. Als eerste in 2016 De duivelskunstenaar (over Jeroen Bosch), daarna in 2018 Het spel van licht en donker, over de jonge Rembrandt. In 2021 verscheen Amalia (over de grondlegster van het hedendaagse koningshuis), in 2022 het vervolg daarop Hoogheid.

Nu Johannes Vermeer heel de wereld in zijn greep heeft via de overzichtstentoonstelling in het Rijksmuseum in Amsterdam, is de schilder ‘hot’. De honderdduizenden tickets voor de tentoonstelling waren in een mum van tijd uitverkocht. Er verschenen verschillende boeken, tot aan een Nijntje-Vermeer toe. Voegt wéér een Vermeer-boek daar nog iets aan toe?

Nou en of! Want buiten het feit dat Matthias Rozemond geweldig goed kan schrijven, diepte hij uit de archieven iets op dat de schilder van toen tot leven brengt op heel bijzondere wijze. Rozemond maakte gebruik van de studie van Benjamin Binstock: ‘Vermeer’s Family Secrets’ uitgave 2009 pag. 54. In die studie gaat de auteur uitgebreid in op het feit dat Vermeer zijn schoonfamilie zo herkenbaar in beeld heeft gebracht en voert redenen aan waaróm hij dat deed. Vanuit dát gegeven componeerde Matthias Rozemond zijn historische roman. Waarmee hij suggesties inkleurde met de verf van de vrije schilder, uitgaand van het feit dat Binstock’s houtskoolschets van het leven naar waarheid was gemaakt.

Matthias Rozemond schrijft fenomenaal. Dat had hij al voor mij bewezen met zijn Amalia-boeken. De rest van zijn werk zal ik zeker nog lezen. Wie historie zó beeldend tot leven brengt, neemt zijn lezers mee aan de hand.

Matthias Rozemond – Melkmeisje. ISBN 9 789 021 034 99 7. 236 pagina’s, € 23,99. Amsterdam: Luitingh Sijthoff 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Geschiedenis, Kunst | Reacties uitgeschakeld voor Melkmeisje

Onze correspondent in Frankrijk

Wonen en werken in La Douce France

Stukjes en chansons.

Frankrijk, je haat het of je houdt ervan. Voor velen is het nog steeds het ideale vakantieland. Anderen mijden het of rijden er, vloekend op de Boulevard Périphérique, liefst zo snel mogelijk doorheen op weg naar Spanje of Italië.

Frankrijk, ze spreken er alleen Frans en dan nog vreselijk snel. Een buitenlandse toerist heeft eigenlijk een encyclopedische kennis van de France taal en cultuur nodig om met échte kennis van zaken door het land te kunnen reizen. Maar gelukkig zijn er genoeg Frankrijk duiders, waaronder de buitenlandse correspondenten, die het nog leuk vinden ook om, meestal vanuit Parijs, ons op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in dit merkwaardige land. Kees Brusse was er één, Philip Freriks een andere. En nu is er Frank Renout.

Auteur

Frank Renout is correspondent voor verschillende Nederlandse en buitenlandse media in Frankrijk, waaronder het NOS-journaal. Ooit werd hij in de Volkskrant als volgt getypeerd:

Volgens mij heb ik nog nooit iemand gezien die zo Frans is. Die zwartgrijze dos, die neusvleugels, die ogen die wat dichter bij elkaar staan, die warme, bijna ronkende dictie. Die naam. Frank Renout is franser dan Frankrijk zelf.

Dit boekje bestaat uit 60 columns van twee pagina’s. Een greep uit de titels: Kaas, Brunette, French lover, Hollande, Champs-Élisées, Wijn, Gainsbourg, Topkok, Eiffeltoren, Loodgieter, Baguette, Hallyday, Op tijd komen, Mbappé, en 2CV. U ziet: franser kan het niet.

Het eerste verhaal, getiteld Patteland, is al een prachtige binnenkomer over het chaotische dorpje waar Frank woont en het aldaar begraven van boerenonderbroeken. Gruw met de Fransen mee over een Engelsman die de topkaas Beaufort tot fondue wil smelten. Wist u dat er een boek is verschenen met de beste grappen van de voormalige president Hollande? En dat de 37.000 bewakingscamera’s op de Champs-Élysées nauwelijks worden gebruikt tegen criminelen, maar veel meer tegen verkeersovertredingen?

Frankrijk blijkt overigens lang niet meer wijnland nummer 1. Volgens specialisten bleken de Verenigde Staten de meeste wijn te drinken. Italië de meeste wijn te maken en Spanje de meeste wijngaarden te hebben. In Frankrijk hoort wijn echter nog altijd bij het joie de vivre.

Tijdens een zakenreis overlijden bij een bordeelbezoek wordt in Frankrijk gezien als een bedrijfsongeval, waardoor de nabestaanden gewoon aanspraak op hun uitkeringsrecht kunnen maken. Een Franse versie van The American Dream bestaat ook. Alan Geaam uit Liberia vluchtte als kind met zijn ouders naar Libanon. In Frankrijk beland met een toeristenvisum begint hij als bordenwasser. Nu is hij topkok met een Michelinster.

De Eiffeltoren is ooit beklommen door een olifant. Fransen brengen hun vakantie het liefst door in eigen land, maar smullen van boeken over verre reizen. Prachtig is het verhaal over de ‘geboorte’ van de baguette in 1793, inmiddels door de Unesco erkend als beschermd cultureel erfgoed.

Fransen komen nooit op tijd (dat hebben zo overigens gemeen met andere Mediterrane volken; AK).

Frank Renaud is een liefhebber van het Franse chanson en steekt dat ook in dit boekje niet onder stoelen of banken. In verschillende columns wordt aandacht besteed aan bepaalde liederen en/of artiesten. Door middel van een QR-code aan het eind van zo’n stukje zijn de genoemde chansons via Spotify te beluisteren. Een extra attractie van dit boekje. En zo kun je niet alleen lezen over, maar ook nog luisteren naar onder andere Barbara, Carla Bruni, Juliette Gréco, Dalida en natuurlijk Jacques Brel.

Leuk om te lezen, zelfs voor Frankrijk-haters.

Frank Renout – Onze correspondent in Frankrijk. ISBN 978-90-8989-942-2, 128 pagina’s, € 15,99. Amsterdam: Uitgeverij TERRA 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Columns, Cultuur, Europa | Reacties uitgeschakeld voor Onze correspondent in Frankrijk

Ontijd

Heb je recht op een stijlvolle dood?

Afgedwongen confrontatie.

Leo heeft als schilder/tekenaar altijd een flamboyant leven geleid. Hij haalt zijn neus op voor burgerlijkheid, trouwt tweemaal een vrouw met ‘Schwung’ en gaat later weer van ze scheiden. In die tijd wordt hij vader van Bobbi, Jarel en Liedje. Vrijheid blijheid, dat is de kern van zijn bestaan. Maar het lot houdt geen rekening met deze keuze en doet hem een hersenbloeding cadeau. Hij overleeft die, maar zijn tekenhand is vanaf dat moment tot volledige machteloosheid gedwongen. Tekenen is altijd het belangrijkste in Leo’s leven geweest, nu hem dat ontnomen is wil hij niet meer verder. Zijn leven is zinloos geworden. Hij besluit een einde aan zijn leven te maken. Hij vertelt zijn kinderen afzonderlijk wat hij van plan is. Ze reageren elk naar hun eigen leven, hun eigen karakter hen oplegt. Geen van de kinderen heeft een warme relatie met Leo en die realiseert zich nu dat een traumatisch verlies uit zijn eigen verleden daarvan waarschijnlijk de oorzaak is geweest. Als jong kind  maakte zijn moeder een einde aan haar leven. Het heeft hem altijd achtervolgd. Kan hij nu hetzelfde doen, al zijn de kinderen volwassen? Hij gaat in gesprek met zijn kinderen. Vertelt ze dat hij een stijlvolle dood wil, dat hij niet wil wachten op een tweede hersenbloeding die hem zelfstandig handelen onmogelijk zal maken.

Bobbi, Jarel en Liedje zoeken ieder apart hun vader op en gaan diepgaand met hem in gesprek. Ze dwingen hem tot confrontatie, stellen vragen over vroeger, vragen hem verantwoording af te leggen. De rustige familie is wakker geschud, als aarde die wordt omgewoeld om later bloemen te laten bloeien. Leo wordt er onrustig van. Zijn zelfgekozen levenseinde – hij wil het per se geen zelfmoord of zelfdoding noemen – blijkt opeens geen persoonlijke keuze meer te zijn nu hij zijn kinderen en ook zijn ex-partners erbij betrokken heeft. Toch wil hij doorzetten. Hij heeft recht op een goede, een stijlvolle dood. Hij, de flamboyante flierefluiter, laat zich toch niet op het laatste moment van zijn leven door een ander de wet voorschrijven? Hoe loopt dit af? Kiest Leo voor de dood of uiteindelijk toch voor het leven?

Auteur

Judith de Graaf (1964) studeerde psychologie en specialiseerde zich tot psychotherapeut en systeemtherapeut. Ze werkte in verschillende GGZ-instellingen en begon haar eigen praktijk in Utrecht. De Graaf begon in 2015 met het schrijven van fictie. Ze volgde op de schrijversvakschool cursussen verhalen- en romanschrijven. Ze schreef over haar vak. Korte verhalen verschenen in het literair tijdschrift Extaze en het online tijdschrift Ei.

Ontijd is een boek vol vragen. De lezer krijgt die beantwoord, maar kan zich lezenderwijs ook afvragen hoe hij zélf zou reageren wanneer hij in de schoenen stond van Leo of een van diens kinderen. Dat maakt het boek tot een waardevolle confrontatie met jezelf.

Vlot van stijl, rustig geschreven. Mooi debuut.

Judith de GraafOntijd. Familieroman over voltooid leven. ISBN 9-789-0805-642-06, 248 pagina’s, € 21,98. Maassluis: Uitgeverij De Brouwerij 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Fictie, Ziekte en dood | Reacties uitgeschakeld voor Ontijd

Dagboek van een moordzaak

Op zoek naar het meisje van Teteringen

Zesendertig maanden onderzoek.

In 1990 werd in het West-Brabantse dorp Teteringen het lichaam gevonden van een jong meisje. Ze was gehuld in een deken en een stuk vloerbedekking. De vindplaats was in de bossen bij het Cadettenkamp. Het ging om een meisje van omstreeks 17 jaar, ze was 1 meter 61 en had een negroïde uiterlijk. Ze was gemarteld. Op haar lichaam was te zien dat er sigarettenpeuken waren uitgedrukt. Haar identiteit was onbekend. Het meisje werd een week na haar vondst anoniem begraven. Op haar steen stond de tekst Doordat wij jou gedenken , krijg jij het eeuwig leven. Ondanks intensief speurwerk van de politie is nog steeds niet bekend wie het meisje was. Jongedijk vond dit onverdraaglijk en hij begon aan zijn eigen onderzoek. Zijn verslag geeft een goed inzicht in zijn activiteiten. Het lijkt er op dat hij ongeveer alles heeft gedaan wat mogelijk was. Zijn doorzettingsvermogen en zijn geduld zijn bewonderingswaardig.

Auteur

Theo Jongedijk (1952) is een gepensioneerde Telegraaf journalist. Hij was correspondent voor zijn krant in Berlijn. Als gepensioneerde ging hij wonen in Teteringen bij Breda. In 2019 betrad hij voor het eerst het plaatselijke kerkhof en zag de grafsteen van Het meisje van Teteringen. Het ontbreken van een naam, een geboorte- en sterfdatum op de grafsteen maakte veel indruk op hem. Hij begon aan een grondig onderzoek. In Dagboek van een moordzaak doet hij uitgebreid verslag van zijn zoekactie.

Tamelijk veel kritiek heeft Theo op de politie. Hij vond hun onderzoek te eenzijdig. Zij volgden een spoor dat leidde naar Antwerpen. Daar hoopten ze de daders te vinden. Theo ondervond weinig medewerking van de politie. In een gesprek met het cold case team werd er wel naar hem geluisterd, maar hij kreeg geen informatie. Hij gaf hen de nodige gegevens, maar er werd niets toegezegd. Hij hoopt dat ze er toch iets mee doen. Erg jammer vond hij het dat hij de dossiers niet mocht inzien. Heel vreemd vindt hij het dat de rechercheurs die de leiding hadden van het onderzoek de plaats delict niet hebben bezocht.

Zesendertig maanden duurt het onderzoek van Jongedijk. Hij hield het vol, omdat er momenten waren waarop hij dacht dat hij verder kwam. Dit boek is een terugblik op wat hij sinds 2019 te weten is gekomen. Er deden zich ook nieuwe ontwikkelingen voor. Volgens hem is de moordzaak van het meisje van Teteringen niet dood, maar springlevend. Er zijn nog altijd mensen, ook na ruim drie decennia, die hier meer van weten. Als zij gaan praten kunnen zij vertellen wat er is gebeurd. Theo is er van overtuigd dat de sleutel tot de oplossing van dit moordmysterie ligt daar waar het meisje is gevonden: in het Cadettenkamp. Deze plaats is tamelijk onbekend en ligt nogal geïsoleerd. De daders moeten de plaats hebben gekend.

Het ging om een gekleurd meisje. Logisch dat Theo daar rekening mee hield. In Teteringen woonden uitsluitend blanke mensen. Er was het kindertehuis Maria Rabboni, waar indertijd zowel witte als donkere kinderen woonden. De politie heeft daar geen onderzoek verricht. Zij volgden een spoor naar Antwerpen. Vlakbij het Cadettenkamp werd op een parkeerplaats een defecte auto achtergelaten. De inzittenden bleken Marokkaanse mannen uit Antwerpen te zijn.  Op grote schaal werd onderzoek verricht in het zuiden van Noord-Brabant en in Antwerpen. Geen enkel ‘roodlichtobject’ werd overgeslagen. Jongedijk ging zelf op onderzoek in Maria Rabboni. Hij ontdekte dat daar een donker meisje had gewoond. Het Surinaamse meisje Gina Vreedzaam. Zij werd prostituee en werd vermoord. Waren er verbanden?

Jongedijk blijft zoeken naar donkere meisjes uit die tijd en in die omgeving. Er ontstaat een lijst. Wie is het meisje van Teteringen? Is het Selma, Shabana, Arona, Soeti, of Bouchra?  Theo hoopt dat het cold caseteam met de nu beschikbare namen en een enkele klassenfoto waarop een onbekend donker meisje staat nader onderzoek verricht en er nu echt werk van gaat maken.

Het is hartverwarmend hoe deze gepensioneerde journalist echt alles in het werk stelt om de identiteit van dit vermoorde meisje te vinden.

Theo Jongedijk – Dagboek van een moordzaak. ISBN 978-90-831112-8-5, 171 pagina’s, € 20,00. Breda: Woordmagie 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Misdaad, Non Fictie | Reacties uitgeschakeld voor Dagboek van een moordzaak

Zonder genade

Slachtoffer of dader?

Door het verleden ingehaald.

Rechter Esmée heeft alles wat haar hartje begeert. Ze is blij met haar man, haar zoontje, haar mooie huis en haar werk. Totdat ze via een briefje met haar eigen verleden wordt geconfronteerd…

Als Jill oppast op Esmée’s zoontje wordt buiten de villa haar ex Lee vermoord. Hoofdinspecteur Rani Diaz, net terug van vakantie, kan samen met haar team tegelijk aan de slag. In het bos bij het huis van de rechter wordt de zweefteef Mila aangetroffen, die zich verdacht gedraagt. Zo begint de negentiende Rani Diaz thriller.

Auteur

Sterre Carron (pseudoniem, Antwerpen 1957) is een Vlaamse thrillerschrijfster. Zij werkte oorspronkelijk in de medische sector, eerst in Afrika en later bij het Antwerpse Instituut voor Tropische Geneeskunde. Sinds ze in 2013 debuteerde met Mara publiceert ze twee buitengewoon spannende en veelgelezen thrillers per jaar met in de hoofdrol de Mechelse hoofdinspecteur Rani Diaz, aan wie niets menselijks vreemd is. Ze kan heel empathisch zijn, maar ook heel chagrijnig. Haar moeizame verhouding met haar baas, commissaris Van Damme, is een running gag in de serie. In elk deel krijgt de lezer als welkome toegift de nieuwste ontwikkelingen van Rani’s chaotische privéleven.

Rani ziet niet direct een motief. Daarom vraagt ze zich af of Lee wel het beoogde slachtoffer was of dat er sprake was van een vergismoord. Ze voelt aan haar water dat de verklaringen van Jill, Mila en Esmée niet helemaal of helemaal niet kloppen. Omdat ze zo gauw haar vinger nergens achter kan krijgen laat ze haar team graven in het verleden van deze vrouwen. Er is veel gedegen politiearbeid nodig om de puzzel te leggen.

Ondertussen heeft Rani moeite met de plannen van haar inwonende tienerzusje om haar vader in Zuid-Amerika te gaan bezoeken, Ze kan haar maar moeilijk loslaten.

Bovenstaande ontwikkelingen worden regelmatig onderbroken door korte stukken over een ongelukkige jongeman, wiens korte leven uit louter ellende lijkt te bestaan. Wat heeft dit met de moord op Lee te maken? De relevantie van deze verhaallijn wordt pas tegen het einde van het boek duidelijk.

Ook nu wordt de lezer direct bij de strot gegrepen. Carron laat haar of hem niet meer los tot het moment van de geloofwaardige ontknoping. Het is genieten van de dialogen tussen Rani en haar teamleden Bert en Fien. Krengige vrouwen en hoog van de toren blazende mannen worden terecht genadeloos geportretteerd. De plot is zoals altijd goed uitgewerkt zonder losse eindjes.

Sterre heeft me weer een aantal plezierige en spannende uren gegeven. Chapeau!

Sterre Carron – Zonder genade. Een Rani Diaz thriller. ISBN 978-90-8330-710-7, 335 pagina’s, € 22,50. Westerlo (B.): Phoenix Books, derde druk 2023.

Geplaatst in Alle Boeken, Detective / Thriller | Reacties uitgeschakeld voor Zonder genade

Pleidooi voor pulp

De aantrekkingskracht van de Bouquetreeks en aanverwante boekjes

Opmerkingen van een collega-schrijver.

Ze liggen niet in de boekhandel, maar in de supermarkt. Zogenaamde damesromannetjes, vaak uit de Bouquetreeks, of, in de ogen van velen, pulpboekjes. Op het omslag zie je twee aantrekkelijke personen afgebeeld, een man en een vrouw. De inhoud volgt een vast stramien. Bij de eerste ontmoeting irriteert hij haar door zijn arrogante of botte gedrag. Maar na een aantal verwikkelingen vallen zij aan het eind van het verhaal elkaar in de armen, wat wordt bezegeld met een liefdeskus. Het genre wordt verketterd door de ‘kenners’, literatuurwetenschappers, auteurs van ‘echte’ romans en de media. Maar deze boekjes worden wel door miljoenen mensen, veelal vrouwen maar niet uitsluitend, gelezen. De ‘serieuze schrijver’ Kees ’t Hart is één van hen. Ook uw recensent leest ze best graag.

Auteur

Kees ’t Hart (Den Haag, 1944) is schrijver, dichter en literatuurcriticus voor De Groene Amsterdammer. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en was onder meer studiebegeleider Cultuurwetenschappen aan de open Universiteit. Voor het voetbaltijdschrift Hard Gras stelde hij een nummer over Sportclub Heerenveen samen.

In het voorwoord geeft ’t Hart klip en klaar weer waar het hem op gaat. Ik hou van deze romans, ik lees ze nog steeds, nee, niet altijd, ik bewonder de schrijvers ervan en ik ben solidair met ze. Blijkbaar wil ik graag over verliefdheid en overgave lezen. En daar gaan deze boeken over…ik ben er al jaren van overtuigd dat deze boeken een belangrijke rol (moeten) spelen in de leescultuur. Ik vind dat ze zichtbaarder moeten zijn en dat we moeten ophouden (en wel nu!) om er in denigrerende termen over te schrijven en te praten. Het is een belangrijk en interessant genre dat meer aandacht verdient. Zonder deze ‘lectuur’ zal de leescultuur langzaam verdwijnen.

De schrijver las 50 romans uit het genre. U vindt ze aan het eind van zijn boekje vermeld, evenals de overige geraadpleegde literatuur en een lijst van veel voorkomende woorden. In de opsomming van titels trof ik bekende auteursnamen als Barbara Cartland en Nora Roberts. Hij vroeg zich af wat de fascinatie voor deze boeken uitmaakte. Wat drijft de lezeressen en wat drijft hemzelf? Er ligt hier stof voor de nodige promotieonderwerpen. De enorme lezerssite Goodreads leverde hem ook veel materiaal op. Ook las hij Writing a Romance Novel for Dummies en consulteerde hij de hoofdredacteur van Harlequin en de Bouquetreeks. Hij interviewde Martin Scherpstra, die onder het pseudonym Fleur van Ingen liefdesromans schrijft. Ook sprak hij met een veellezer van deze boeken. 

Volgens ’t Hart is remarriage het grondthema van alle liefdesromans. De heldinnen hebben een eerdere, minder geslaagde relatie achter de rug. Verliefdheid en liefde zijn alleen te ondergaan en te veroveren wanneer ze herhaald worden. En met elkaar vergeleken. Eerst negatief, dan positief.

Vanaf 1975 van de vorige eeuw gingen seksscènes een belangrijker rol spelen. Seks is in romance novels altijd positief. Zwangerschap is een belangrijke trigger. De seksuele beleving is bijna religieus.

’t Hart bestrijdt dat je van het lezen van ‘hogere’ literatuur een ‘beter’, ‘knapper’ of ‘empathischer’, ‘gevoeliger’ mens wordt. Ik sluit niet uit dat een abonnement op de Bouquetreeks of op ballroomdansen of een seizoenkaart bij sc Heerenveen helpt om een beter en empathischer mens te worden. Ook moet hij niets hebben van betweterige en bestraffende commentaren in feministisch (en marxistisch) georiënteerde beschouwingen. De lezers van dit genre trekken zich er weinig tot niets van aan: laat ze maar lekker lullen.

Inmiddels zijn er in de Verenigde Staten een flink aantal Zwarte liefdesromans verschenen, waarin vaak de tegenstelling tussen agape en eros een belangrijke rol speelt. Ook komen er tegenwoordig homo-erotische boeken in dit genre uit.

De schrijver eindigt, hoe kan het ook anders, met een vorm van vergeving, die uiteindelijk wordt bezegeld met de allesbeslissende eindkus. Dat gebeurt ook in het verwante feelgood genre en de Hallmark kerstfilms, waarop RTL8 ons de afgelopen maand december op vergastte en waarvan ik tot diep in januari heb genoten. En dan hebben we het nog niet over de Bollywoodfilms. Wist u trouwens dat de genoemde Nora Roberts onder het pseudoniem J.D. Robb een aantal ongewone thrillers en humoristische schreef die zich in de verre toekomst afspeelden? Wij bespraken er verschillende van met groot genoegen.

Wie deze boekjes graag leest, al dan niet als guilty pleasure, zal het betoog van ’t Hart met grote. instemming lezen.  

Kees ’t Hart – Pleidooi voor pulp. ISBN 978-90-214-7068-9, 128 pagina’s, € 12,50. Amsterdam: Querido 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Chicklit, Feel good | Reacties uitgeschakeld voor Pleidooi voor pulp

Crisis

Een echt Jip-boek

Inktspotprijs 2022.

De jaarlijkse Inktspotprijs, sinds 1994 georganiseerd door de Stichting Pers & Prent, wordt door een wisselende jury toegekend. Politieke tekenaars kunnen daarvoor hun beste werk inzenden. De winnaar krijgt een bronzen beeldje van een duiveltje op een inktpot. Jip van den Toorn won de Inktspotprijs 2022 met haar tekening Milieubewust, die op 10 mei 2022 in De Volkskrant verscheen en is opgenomen in deze bundel. Met het winnen van deze prestigieuze prijs bevindt Van den Toorn zich in het goede gezelschap van onder meer Kamagurka, Len Munnik, Peter van Straaten, Joep Bertrams, Jos Collignon en Opland.

Auteur

Jip van den Toorn (Amsterdam, 1993) is de jongste cartoonist van de Volkskrant. Iedere zaterdag staat er een tekening van haar op de opiniepagina. Ook maakt ze illustraties voor Het Parool, de VPRO-gids en De Standaard. Ze woont in Berlijn, waar ze in haar vrije tijd traint als freefighter. Ze denkt vaak een week na over een cartoon en legt vaak het idee telefonisch voor aan haar vader, de acteur Dick van den Toorn.

Hoewel de tekeningen van Van den Toorn qua stijl absoluut totaal verschillend zijn van die van wijlen Peter van Straaten doen ze me op de een of andere wijze toch aan de grote meester denken. Hoe? Qua onderwerpkeuze? Ik weet het niet. In ieder geval vind ik haar een groot talent en kan ik, evenals bij Van Straaten vaak een lach (soms glimlach, een enkele keer een bulderende schaterlach) niet onderdrukken. Niet altijd, want sommige plaatjes zijn behoorlijk wrang en schuren.

Van den Toorn heeft in dit boek vorm proberen te geven aan de kleine en grote crisissen die ons in het dagelijks leven parten spelen en de vijf stadia die we me ze doorlopen: Alarmfase 1 tot en met 5, namelijk De crisis, constateren, andermans crises, je eigen crisis en opstand. Hoe, kijk zelf maar.

Volgens de auteur is het een echt Jip-boek geworden. Ze heeft een pak gekocht en het is haar gelukt het Boekenbal binnen te komen. Terecht, want dit boek smaakt naar meer.

Jip van den ToornCrisis. ISBN 978-94-6381-156-9, 176 pagina’s, € 20,99. Amsterdam: Uitgeverij Podium, tweede druk 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Cartoons | Reacties uitgeschakeld voor Crisis

Franciska’s onschuldige aarde

Over leven en overleven

Ciska, mijn moeder.

1911. ‘Negen dagen na de geboorte van zijn vierde kind, Ciska, hoorde Sieger van der Laan op de Koninginnedag-kermis in Leiden dat zijn huis in brand stond. Terug in zijn straat trof hij een smeulende puinhoop en een massa mensen. Het samengedromde volk maakte zwijgend ruimte om hem het volle zicht op de treurnis te bieden’. Negen dagen had een klein meisje in vrede mogen leven, en al waren haar ouders Sieger en Maria, haar broertje Siem noch haar zusjes Marie en Antje gewond, het lijkt erop dat het kind sinds die tijd door problemen achtervolgd wordt. Het gezin verhuist in 1914 naar Haarlem. Franciska, Ciska, Fransie – al wie haar benoemde – groeide redelijk voorspoedig op, zij het dat van jongs af aan armoede vaste gast is in het gezin van haar ouders. Als zij 12 is krijgt ze een dienstje, als zij 15 is een betrekking: een dienstje voor dag en nacht. Daar ontmoet zij via de baker van het gezin in 1927 Bram, zestien jaar oud, net als zij. Bram heeft grootse plannen: hij wil studeren om tuinarchitect te worden en Fransie gelooft er heilig in dat hij daarin zal slagen. De twee trouwen al jong, de toekomst lacht hen toe. Maar de geschiedenis wil anders. Bram is fysiek niet sterk, de crisis zorgt voor armoede en als Fransie eenmaal kinderen krijgt blijkt zij dat geestelijk niet aan te kunnen. Zij komt in een zware depressie terecht en moet keer op keer worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Amper weer thuis ligt de volgende klap na een nieuwe zwangerschap wéér op de loer. Haar kinderen Cees, Marietje, André en Piet worden nog vóór de oorlog geboren. Vader Bram overlijdt na een operatie in 1939. Fransie blijft met vier jonge kinderen achter en verliest de gehele regie over zichzelf en haar gezin, reddeloos, redeloos, radeloos.

Auteur

Piet van Sabben (1938) is de jongste van Fransie’s kwartet. Hij volgde tot zijn zestiende dagonderwijs. Daarna combineerde hij allerlei baantjes met avondstudies. Hij was schoolmeester, veilingmeester en ‘rechten’-meester ofwel jurist. Sinds de jaren zeventig schrijft hij verhalen en gedichten. Franciska’s onschuldige aarde is zijn eerste ‘grote’ boek.

Uit voorgaande tekst is duidelijk dat Van Sabben niet alleen over zijn jeugd schrijft, al komt die verderop in het boek wel degelijk ter sprake. maar dat vooral het leven van zijn moeder  ter sprake komt. Haar moeizame jeugd in armoede, haar kwellende weduwe-bestaan, haar tweede huwelijk met de vriendelijke Hannes… Van 1911 tot 1956 volgt de auteur zijn moeder, van klein meisje tot vrouw die eindelijk het leven weer toe kan lachen. De strijd tegen de depressies lijkt eindelijk gestreden, ze kan weer verder, omringd door familie.

Van Sabben schrijft enigszins traag, maar dat stoort nergens, want dat hoort bij de tijd die hij beschrijft. En her en der weet hij snaren van ontroering te raken. Uw recensent kreeg zelfs even een traan toen de broers van de jonge weduwe hun zus en haar gezin verrasten met een kerstboom en cadeautjes omdat ze niet konden velen dat de dood van vader Bram iedereen in de greep zou houden en voor een sombere zwarte kerst zou zorgen. Prachtig en liefdevol beschreven. Zo zijn er meer van die scenes. Complimenten voor de auteur dat hij die toets weet te raken.  

Een heerlijk boek. Vooral voor degenen die houden van histoire contemporaine en de tijd nét even daarvoor, die van hun eigen ouders, hun eigen jeugd in de jaren vlak na de oorlog.

Piet van Sabben – Franciska’s onschuldige aarde. ISBN 9-789-4636-5485-2, 557 pagina’s, € 29,50. Leeuwarden: Uitgeverij Elikser 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Autobiografie / memoires, Cultuur, Geschiedenis | Reacties uitgeschakeld voor Franciska’s onschuldige aarde

Mooi boek die bijbel!

Alleen voor gelovigen?

Een opmerkelijke recensie.

Is de Bijbel alleen voor gelovigen? De schrijver wilde onderzoeken of je als ongelovige de Bijbel kunt lezen als een gewoon boek. Heeft de Bijbel literaire kwaliteiten? Gelovigen lezen de Bijbel ‘aaneen’ als één enorm samenhangend boek. De auteur bespreekt enkele Bijbelboeken afzonderlijk, lang niet allemaal (slechts 26 van de 66). Hij koos vooral belangrijke en mooie Bijbelboeken. Hoewel de luchtige titel doet vermoeden dat het geen zwaar studieboek is, is het toch een heel serieus boek met nu en dan theologische achtergrondinformatie.

Auteur

Nicolaas Matsier (1945) is het pseudoniem van Tjit Reimsma). Hij studeerde klassieke talen en filosofie. Hij zat in de redactie de Revisor en Raster. Als schrijver debuteerde hij met een verhalenbundel: Oud-Zuid. Zijn eerste roman was De eeuwige stad. Gesloten huis werd genomineerd voor alle grote prijzen. Het oeuvre van Matsier is zeer gevarieerd. Naast verhalen, romans, kinderboeken en essays schreef hij een libretto en een gedichtenbundel. Voor vele kranten schreef hij kritieken, columns en beschouwingen over literatuur, beeldende kunst en architectuur. Matsier is gereformeerd opgevoed, maar sinds zijn vijftiende ongelovig.

In zijn bespreking van de Bijbelboeken vergelijkt de schrijver regelmatig de verschillende vertalingen. Bij de bespreking van Genesis citeert hij uit bijna alle vertalingen, zoals de Statenvertaling van 1637 en de verschillende vertalingen van het Nederland-Vlaamse Bijbelgenootschap tussen 1951 en 2021. Maar ook de Rooms-Katholieke Willibrordvertaling, de Groot Nieuws Bijbel en de Naardense Bijbel uit 2014. Hij gebruikt verder een zeventiende-eeuwse Statenbijbel met koperen sloten die in zijn bezit is. Matsier citeert uit verschillende vertalingen en houdt zich daarbij aan de spelling van die desbetreffende vertaling. Een duidelijke voorkeur heeft hij niet.

Matsier probeert aan te tonen dat veel Bijbelgedeelten literair zijn en behoren tot de wereldliteratuur. De prachtige poëzie van het Hooglied ziet hij als liefdeslyriek met een fantastische rijkdom aan vergelijkingen en metaforen.Ook in het Bijbelboek Job ontdekte hij  veel literaire schoonheid. Het boek munt uit in de dialogen. Eerst de dialoog tussen God en satan en later de dialogen van Job met zijn vrienden. Wat een scherpte, wat een Taal! Ook het antwoord van God met al de kritische vragen wordt door de auteur grandioos genoemd. God toont zich een zeer groot dichter.

De schrijver doet met dit boek veel meer dan alleen maar navertellen. Hij legt uit en geeft zijn commentaar. Hij onderzocht bijvoorbeeld wat historische bronnen over bepaalde Bijbelse figuren vermelden, dat geeft meestal een ontluisterend beeld. In de Bijbel wordt Pilatus geschetst als een slimme, zachtaardige, bijna aarzelende magistraat, maar in werkelijkheid was hij een grote schoft die volkomen corrupt was. Een ander voorbeeld is Salomo. Zijn eerste regeringsdaden bestonden uit het afrekenen met vier oude vijanden. Een van hen is Joab die werd vermoord in de ‘tent des Heren’. Pas later komt de wijsheid van deze koning naar voren.

Veel onderzoek van Matsier gaat over details die niet direct relevant zijn. Zo bestudeerde hij de reizen van Paulus. Hij kwam tot de conclusie dat de apostel achtduizend kilometer over land en negenduizend over zee had afgelegd en dat hij 444 dagen heeft gelopen. Een ander voorbeeld van minder relevantie informatie vinden we bij het verhaal van Jezus en de overspelige vrouw. Volgens de wet moest zij gestenigd worden. Jezus sprak toen de beroemde woorden: Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen. In smmige vertalingen staat dat Jezus zich bukte en letters schreef op de grond. De Bijbel in Gewone Taal en een gedicht van Gerrit Achterberg vermelden dat Jezus in het zand schreef. Matsier gebruikt drie bladzijden om uit te leggen dat schrijven in het zand onjuist is. Zonde van de moeite.

Heeft de schrijver genoeg achting voor dit voor velen ‘heilige’ boek? Hij toont zeker respect. Zo gaat hij discussies uit de weg over wonderen en de opstanding van Jezus. Hij zegt erover dat hij er geen commentaar over geeft, maar slechts citeert wat de Bijbel er over zegt. Aan de andere kant hanteert hij vaak een wat badinerende, ironische toon die voor sommige lezers misschien wel als kwetsend over kan komen. Als Matsier bij het boek Job over God spreekt, dan zegt hij daarover dat God in zijn antwoord aan Job wel erg aan het opscheppen is en erg op zijn strepen gaat staan. God intimideert en is een beetje kinderachtig.

Voor veel Bijbelgedeeltes heeft de auteur complimenten, dat geldt bijvoorbeeld voor de verhalen uit Genesis. De Jozef-verhalen noemt hij qua compositie een literair hoogtepunt. Het boek Ruth wordt door hem een meesterwerk genoemd. Nuttig en vermakelijk vindt hij het boek Spreuken. Hij citeert de volgende zin: Hoe lang nog, luiaard zul je blijven slapen, wanneer kom je uit je bed? Grote waardering heeft hij voor het evangelie van Johannes. Het ‘pontificale’ begin vindt hij overrompelend. Schitterend noemt hij 1 Corinthiërs 13, een loflied op de liefde. Het is de mooiste poëzie in het Nieuwe Testament.

Het laatste hoofdstuk draagt de titel Jazeker een klassieker. De schrijver vindt dus dat de Bijbel een belangrijk boek is dat behoort tot de wereldliteratuur. Gebleken is dat de Bijbel ook voor niet-gelovigen zeker de moeite waard is. Geldt dit ook voor gelovigen? Ook voor hen valt er nog veel te leren over de Bijbel, want de uitleg van Matsier bevat veel verrassingen.

Het boek is prachtig geïllustreerd met werken uit het Rijksmuseum.

Nicolaas Matsier – Mooi boek die bijbel! ISBN 978-90-6868-855-9, 512 pagina’s, € 29,95. Bussum: Uitgeverij Thoth 2022.

Geplaatst in Alle Boeken, Cultuur, Geschiedenis, Theologie | Reacties uitgeschakeld voor Mooi boek die bijbel!