Zwerftocht langs vreemde mensen
Liefde en ontroering, poëzie en geweld.
‘Vreemde vogels’, zo had de titel van deze bundel met korte verhalen ook kunnen zijn. Want waar het ene verhaal trilt van woede, beeft het andere van emotie. Eén ding is zeker, schrijver Rob Verschuren moet het niet hebben van de doorsnee mens, maar vindt de inspiratie voor zijn geschiedenissen in het onalledaagse.
In het langste verhaal, De stem van de roos, komt een stoet vreemde mensen voorbij, de drieënzestig volgelingen van Chokhamela, een beenloze man die zich voortbeweegt op een plank, die mij het meest deed denken aan de vreemde figuren die schilder Jeroen Bosch op het doek wist te zetten. De een is nog vreemder en kleurrijker dan de ander. Landloze boeren, Maliarese hoertjes, filosofen, zigeuners, mannen met rastahaar, vrouwen met slangenogen, vuilnisbeltbewoners uit Vat, exegeten, derwisjen en dansmeisjes. Ziet u het voor zich? Zo’n schilderij van Jeroen Bosch waar je als kijker blijft kijken naar steeds weer nieuwe figuren? Of in dit boek: blijft lezen en voor ogen de vreemde figuren ziet verschijnen? Wat die volgelingen overkomt, is aan de lezer en de schrijver. Maar ook dát is niet alledaags.
Het blijft natuurlijk niet bij dit verhaal. Lees het verhaal van Annabel Clutterbuck in Rumbonen. Annabel was ooit een playmate, nu is ze uitgedijd en haar eetprobleem vult haar leven. Ze wil afvallen, zeker, maar hoe? Er is altijd wel iets te eten in huis. Maar nu gaat ze er werk van maken, ze eet alleen nog op wat zij in huis heeft en daarna is het menens. Tot haar voorraad eten op is vermaakt ze zich met het speuren op internet. Ze gaat de vreselijkste ziektes ter wereld af. Gewoon als amusement. Intussen eet zij, want pas als de rumbonen op zijn kan zij écht gaan lijnen…
Auteur
Rob Verschuren (1953) werkte lange tijd als copywriter in de reclame. Sinds het midden van de jaren tachtig woont hij buitenslands. De laatste vijftien jaar leeft hij, met zijn Vietnamese familie, in Vietnam. Hij is, zoals Salman Rushdie eens zei: een voorbeeld van ‘translated men’, expatschrijvers wier geografische, culturele en linguïstische grensoverschrijding een stempel drukt op hun werk. Verschuren debuteerde in 2018 met de verhalenbundel Stromen die de zee niet vinden. Nadien verschenen nog vier romans. Dit is zijn zesde boek.
Bij een verhalenbundel is het verleidelijk te kiezen welk verhaal je als recensent het mooist vindt. Wat mij betreft is dat De Abrikozenbloesem. Het is het mooiste, liefste, meest verstilde en ontroerendste verhaal uit het boek. Hoe schildert een man zijn geliefde? Ik zou zeggen lees het zelf maar.
Rob Verschuren schrijft mooi zonder een mooischrijver te zijn, een kunst die slechts weinigen beheersen. Voor fijnproevers.
Rob Verschuren – Buitenlanders en andere Papoea’s. ISBN 9-789-493-368-04-0, 138 pagina’s, € 18,50. Haarlem: In de Knipscheer 2024.