Moorden in de Noorse bossen
Afzonderlijk opererend politieduo.
Een thriller uit Scandinavië, daar kun je iets van verwachten, zeker kwaliteit. We gaan zien of deze verwachtingen terecht zijn. We hebben te maken met een echte politieroman. De centrale figuren zijn inspecteur Jakob Weber en zijn vrouwelijke collega Noora Yun Sande. Hun bureau bevindt zich in Bodø, een stadje in het Noorden van Noorwegen. Ze krijgen te maken met een aantal gruwelijke moorden.
Auteur
Ørjan Nordhus Karlsson (1970) is geboren en getogen in Bodø, Noorwegen. Hij is socioloog, volgde een officiersopleiding in het leger en nam deel aan overzeese missies. Karlsson heeft meer dan twintig boeken op zijn naam staan en schrijft nu aan de Jakob Weberreeks, die uit minstens tien delen moet gaan bestaan. Deel een was getiteld Iselin was bijna thuis kreeg niet veel aandacht. De nacht reist niet alleen is deel twee.
De roman is opgebouwd uit maar liefst 57 korte hoofdstukjes. Ze zijn allemaal geschreven vanuit het perspectief van de verschillende personages. De meeste vanuit Jacob Weber, maar ook de vermoedelijke moordenaar komt aan het woord en er zijn hoofdstukjes gewijd aan ongedateerde dagboekaantekeningen. Deze opbouw maakt de roman tamelijk gecompliceerd. Daarnaast is er sprake van heel veel personages. Alleen al het politiekorps is nogal talrijk.
Het is jammer dat Jacob en Noora niet vaker als duo opereren. Zo’n samenwerkend duo dat samen handelt en overlegt geeft veel duidelijkheid. Ze hebben wel veel contact met elkaar, maar vaak zijn ze afzonderlijk bezig. In de meeste politieromans is er sprake van duo’s. Door het vertellen van steeds andere personen versnippert het verhaal.
Veel aandacht besteedt de schrijver aan de privélevens van Jacob en Noora. Jacob woont samen met zijn jongere halfbroer Ola André. Die zit nog op de middelbare school. Jacob moet op school verschijnen omdat Ola iemand heeft neergeslagen. Het is een uitgebreid verhaal dat niets met de plot te maken heeft. Noora is herstellend van een heupoperatie. Voortdurend wordt de lezer geïnformeerd met de pijnen die ze moet lijden. Dit soort zijpaden gaan ten koste van de vaart en de spanning uit het verhaal.
Belangrijk voor een politieroman is de afronding als de moordenaar is opgespoord en de motieven zijn opgehelderd. Hier blijft nog veel onopgelost. Dit heeft misschien te maken met feit dat Karlsson bezig is een samenhangende reeks te maken. Er wordt immers ook verwezen naar een nog niet opgeloste zaak uit deel twee. Zo wordt er gesproken over de Iselin Hanssen-zaak. Deze ontvoeringszaak was nooit opgelost, maar komt weer ter sprake in dit vervolgdeel. Het is dus de vraag of je de serie moet volgen, of dat je de afzonderlijke delen op zichzelf kunt lezen. De vondst van het laatste lijk vindt pas helemaal aan het eind plaats. Er is alleen een korte beschrijving, maar er vindt geen onderzoek plaats, heel onbevredigend. Hopelijk komt de oplossing in deel drie.
Waar de schrijver heel goed in slaagt is de beschrijving van indrukwekkende Noorse landschap. De roman bevat ook genoeg spannende momenten. Voor het beschrijven van gevechten neemt de schrijver echt de tijd en gebruikt hij soms gruwelijke details. De sfeer bij de boshut met zeven kooien met raven is heel griezelig.
Voor de liefhebber zeker een spannende thriller, maar een strakkere plot zou het boek ten goede komen.
Ørjan Karlsson – De nacht reist alleen. Vertaald uit het Noors (Natten Reiser Alene) door Neeltje Wiersma. ISBN 978-94-6068-642-9, 348 pagina’s, € 21,99. Baarn: Uitgeverij Marmer 2024.